39 woordsoorten

Pak je spullen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Pak je spullen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling
  2. Nakijken huiswerk, opdracht 38+39+40
  3. Nieuwe theorie 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Antwoorden
Zin 1: Ik = psv, mijn = bzv, zijn = bzv
Zin 2: Het = psv
Zin 3: Het = psv, zij= psv
Zin 4: Jij = psv, mij = psv
Zin 5: Ons = bzv

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Nakijken
Kijk opdr. 38+39+40 na

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

zelfstandig werkwoord
Dus met een zelfstandig werkwoord en met een koppelwerkwoord.

Slide 8 - Slide

ZELFSTANDIG WERKWOORD (ZWW)

  • Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  • Het zelfstandig werkwoord geeft aan wat het onderwerp doet.
  • Het zelfstandig werkwoord heeft een duidelijke betekenis: 
je kunt het (meestal) uitbeelden
  • Het zelfstandig werkwoord kan als enige werkwoord in een zin staan. 
  • Er staat maar één zelfstandig werkwoord in een zin. 



Slide 9 - Slide

Koppelwerkwoord
Daar komt nu een nieuwe werkwoordsvorm bij:

het koppelwerkwoord.

In een zin kan je dan te maken hebben met
OF een zelfstandig werkwoord OF een koppelwerkwoord

Daarnaast kunnen er nog hulpwerkwoorden in de zin staan (maar hoeft niet). 

Slide 10 - Slide

Koppelwerkwoorden
Een naamwoordelijk deel is altijd gekoppeld aan het OW door een koppelwerkwoord. Het geeft aan dat het onderwerp iets 'is'.

ZW
ABBELS + HDV

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hulpwerkwoord
Meer werkwoorden in de zin?
Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.
Het hulpwerkwoord geeft "hulp" aan het zelfstandige werkwoord. 
Het hulpwerkwoord heeft zelf geen duidelijke betekenis. 
Wegstreepproef!

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 41 t/m 44 op blz. 43
Sla bij al deze vragen zin E over!

Slide 14 - Slide