This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Economie
Hoofdstuk 4
Ga rustig op je plaats zitten
pak je laptop erbij
Inloggen met schoolaccount aerobe
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 4
Slide 2 - Mind map
Geef een voorbeeld van 1) de productie van goederen 2) de productie van diensten.
Slide 3 - Open question
Een agrarisch bedrijf kan goederen produceren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Leg uit hoe de toegevoegde waarde ontstaat
Slide 5 - Open question
Dienstverlenende bedrijven halen hun grondstoffen uit de natuur.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Willem heeft vandaag 35 taarten gebakken. De productiekosten waren € 131,25. Bereken de kostprijs per taart.
Slide 7 - Open question
Wat is ondernemen?
Slide 8 - Open question
Bij welke productiefactoor hoort de volgende voorbeeld? Bestelbus
A
Arbeid
B
Natuur
C
Kapitaal
Slide 9 - Quiz
Bij welke productiefactoor hoort de volgende voorbeeld? Broodbakken
A
Arbeid
B
Natuur
C
Kapitaal
Slide 10 - Quiz
Bij welke productiefactoor hoort de volgende voorbeeld? Een straat leggen
A
Arbeid
B
Natuur
C
Kapitaal
Slide 11 - Quiz
Bij welke productiefactoor hoort de volgende voorbeeld? Graan
A
Arbeid
B
Natuur
C
Kapitaal
Slide 12 - Quiz
Bij welke productiefactoor hoort de volgende voorbeeld? Machines
A
Areid
B
Natuur
C
Kapitaal
Slide 13 - Quiz
Bij welke productiefactoren hoort de volgende voorbeeld? Zonlicht
A
Arbeid
B
Natuur
C
Kapitaal
Slide 14 - Quiz
Willems Busreizen organiseert een dagtocht naar Maastricht. De 31 deelnemers betalen € 37,50 per persoon. De kosten van Willems waren € 1.160. - Bereken de verkoopopbrengst van dit tochtje.
Slide 15 - Open question
Willems Busreizen organiseert een dagtocht naar Maastricht. De 31 deelnemers betalen € 37,50 per persoon. De kosten van Willems waren € 1.160. - Bereken de winst die Willems heeft behaald
Slide 16 - Open question
Wat is investeren?
A
Geld maken
B
Het kopen van producten om te verkopen
C
Doorverkopen
D
Het kopen van kapitaalgoederen
Slide 17 - Quiz
Bij mechanisatie nemen computers het werk van mensen over.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Dankzij automatisering kan één werknemer meer produceren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Als een computer het werk van de administratie overneemt, is dat automatisering.