3.1 Bloed

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Thema 3 Bloedsomloop

BS 3.1  BLOED

Planning

Planning en leerdoelen bespreken.

Doelen voor vandaag

Uitleg samenstelling van het bloed.

Zelfstandig werken.

Doelen voor vandaag

• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.
• Je kunt uitleggen hoe zuurstof wordt vervoerd oor het lichaam. 

Studieplanner

BLOED........

Welke stoffen kunnen er allemaal
in je bloed zitten ?

samenstelling bloed

Kenmerken rode bloedcellen

• Ronde schijfjes
  
• Licht ingedeukt
• Geen celkern
• Zuurstof transport
• 5.000.000 per mm3
• Bevat rode kleurstof
• Hemoglobine

Rode bloedcellen

Bevatten hemoglobine dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden. De functie van de rode bloedcellen: transport van zuurstof en koolstofdioxide 

Rode bloedcellen

Bloedplaatjes

Samenvatting

Bloed bestaat uit 5 delen:

1. bloedplasma → water, opgeloste stoffen, plasma-eiwitten.
2. Rode bloedcellen → vervoert zuurstof en koolstofdioxide.
3. Witte bloedcellen → bestrijden ziekteverwekkers.
4. Bloedplaatjes → zorgen voor bloedstolling.
5. Water.

Aan de slag

KGT

Wat? 

Hoe? 

Hulp? 

Klaar? 

Havo

Wat? Lees 3.1 een maak 1 tot en met 9

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Doelen:

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Je kunt uitleggen hoe zuurstof wordt vervoerd oor het lichaam. 

KGT

Wat? Lees 3.1 een maak 1 tot en met 9

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Aan de slag

KGT

Wat? 

Hoe? 

Hulp? 

Klaar? 

Doelen:

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Je kunt uitleggen hoe zuurstof wordt vervoerd oor het lichaam. 

KGT

Wat? Lees 3.1 een maak 1 tot en met 9

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Aan het werk

• LEES  3.1  en  maak opgave 1 tot en met 10 

• Je mag samenwerken met de personen die naast je zitten. 

• Klaar? Nakijken.