Economie herhaling hoofdstuk 3

Planning economie
Herhalen hoofdstuk 3
opdrachten maken
Let op! volgende week dinsdag toets economie hoofdstuk 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning economie
Herhalen hoofdstuk 3
opdrachten maken
Let op! volgende week dinsdag toets economie hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Wat is de arbeidsmarkt?
A
Alleen banen die er zijn bij bedrijven
B
Alleen mensen die werken of die werk zoeken
C
Alle banen die er zijn bij bedrijven en alle mensen die werken of die werk zoeken

Slide 2 - Quiz

Vakkenvuller
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 3 - Quiz

Bouwvakker
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 4 - Quiz

Hoeveel uur moet je minstens per week werken als je een voltijd baan hebt?

Slide 5 - Open question

Vera werkt 32 uur per week als docent.
A
Voltijd
B
Deeltijd

Slide 6 - Quiz

Welk begrip wordt hier beschreven?
"Een afgesproken periode waarin je een arbeidsovereenkomst kunt opzeggen zonder dat daar een ontslagvergunning voor nodig is."
A
Proeftijd
B
Arbeidsovereenkomst
C
Cao
D
Opzegtermijn

Slide 7 - Quiz

Wat is nettoloon
A
het zelfde als brutoloon
B
hoger als het brutoloon
C
het brutoloon min belastingen en premies

Slide 8 - Quiz

De studenten in de horeaca werken onder zware omstandigheden. Welke wet beschermt Nederlandse werknemers hiertegen?
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 9 - Quiz

Welk begrip hoort bij:
Regels en afspraken over leeftijd werktijden en pauzes?
A
ARBO
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsovereenkomst
D
Minimumloon

Slide 10 - Quiz

Fiep is 20 en werkt bij de slager. Fiep moet altijd met handschoenen aan werken.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 11 - Quiz

Tijd waar je zelf of je werkgever zomaar het contract mag opzeggen
A
probeertijd
B
flextijd
C
proeftijd
D
opzegtermijn

Slide 12 - Quiz

je bent werkeloos als je tussen de ... oud bent
A
13-70
B
15-67
C
14-65
D
15-pensioen

Slide 13 - Quiz

Tijd waar je zelf of je werkgever zomaar het contract mag opzeggen
A
probeertijd
B
flextijd
C
proeftijd
D
opzegtermijn

Slide 14 - Quiz

Een teveel aan arbeiders kan leiden tot ontslag.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is een opzegtermijn
A
proeftijd
B
geschoold werk
C
termijn dat je van te voren door moet geven dat je stopt met werken
D
geregistreerd werk

Slide 16 - Quiz

Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 18 - Quiz

Wat is technologische ontwikkeling?

Slide 19 - Open question

Verwerking:
Blz 124 t/m 125
opdracht: 1 t/m 23

Slide 20 - Slide