Persoonsvorm, voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord?

Bijvoeglijk naamwoord
4 april 2024

Doel van vandaag: je spelt bijvoeglijke naamwoorden juist
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord
4 april 2024

Doel van vandaag: je spelt bijvoeglijke naamwoorden juist

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Terugblik vorige week
- Theorie bijvoeglijk naamwoord (filmpje)
- Korte oefening (met behulp van spellingsschema)
- Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Slide

Vorige les...
Het voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Vorige les...
Wanneer gebruik je het voltooid deelwoord?

Slide 4 - Slide

Vorige les...
Wanneer gebruik je het voltooid deelwoord?
 Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is.
"Voltooid" betekent dat iets af is. 

Slide 5 - Slide

Vorige les...
Wat kun je vertellen over sterke werkwoorden? En wat over zwakke werkwoorden?

Slide 6 - Slide

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Klankverandering
> schrijven - geschreven
> dwingen - gedwongen
Voorbeelden van voorvoegsels van werkwoorden om een voltooid deelwoord te maken: ge-, be-, ver-, ont-, mis- en her-
Eindigt op -d of -t 
> werken - gewerkt
> koelen - gekoeld
Twijfel? 't ex-fokschaap

Slide 7 - Slide

Bekijk en luister het filmpje en schrijf 2 belangrijke punten uit het filmpje voor jezelf op.
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Slide

Samengevat

- Bijvoeglijke naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord.

- Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: schrijf je met -n op het eind (gouden ringen, ijzeren sleutel). Behalve bij moderne stoffen en woorden afkomstig uit een andere taal (plastic, nylon).

- Bijvoeglijke naamwoorden afgeleid van voltooid deelwoord, schrijf een -e achter het voltooid deelwoord en zo kort mogelijk (de vergrote foto, het geschilderde hek).
Alleen bij klankverwarring dubbel t of dubbel d (de bekladde muur, de verrotte appel).
Uitzondering: eindigt voltooid deelwoord op -en? Dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord ook op -en (de gestolen fiets, de gebakken wafels).


Slide 9 - Slide

Persoonsvorm, voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord? 

Slide 10 - Slide

Waarom ... Lotte jou niet?
A
gelooft
B
geloofd

Slide 11 - Quiz

De ... man bleek een crimineel te zijn.
A
gedoode
B
gedode
C
gedoodde
D
gedodde

Slide 12 - Quiz

Zo heb ik het echt niet ...
A
bedoelt
B
bedoeld

Slide 13 - Quiz

Wanneer ... onze opleiding naar het nieuwe gebouw?
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 14 - Quiz

Er is gisteren een ernstig busongeluk ...
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 15 - Quiz

Heb je mijn mail al ... ?
A
beantwoordt
B
beantwoord

Slide 16 - Quiz

De ... patiënt werd gevonden in de parkeergarage van het ziekenhuis.
A
gevluchte
B
gevluchtte

Slide 17 - Quiz

Dat meisje met haar rode haar ... heel snel.
A
verbrandt
B
verbrand

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
- Taalverzorging 2F, 3.6 Bijvoeglijk naamwoord
Opdracht 1 t/m 5, extra opdracht 1 (en eventueel 2)

Slide 19 - Slide