Onderzoeksmethoden

1 / 10
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Theoretisch kader
Hoofdstuk 1 in je verslag
Trechteren, niveaus
- Macro (landelijk)
- Meso (organisatiebreed)
- Micro (cliënt)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan de student 3 onderzoeksmethoden benoemen
De student kan 3 aandachtspunten benoemen voor het maken van een enquête

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Enquête 
Houd de vragen kort en specifiek
Pas taalgebruik aan de respondent aan (voorkom jargon of moeilijke woorden)

Stel concrete vragen. Vermijd bijvoorbeeld onbepaalde telwoorden als 'weinig', 'veel', 'soms', 'vaak' etc.  Voor de ene respondent heeft 'vaak' een andere betekenis dan voor een andere. Beter is daarom "Hoeveel uur heb je de afgelopen week gesport?"

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Enquête 

Vermijd suggestieve vragen (vragen die de richting van het antwoord beïnvloeden). Onjuist voorbeeld: ‘Vind je ook dat het collegegeld te hoog is’?

Vermijd twee vragen ineen Onjuist voorbeeld: ‘Vind je de opleiding psychologie van hoge kwaliteit en leuk?’

Vermijd dubbele ontkenning (Gebruik dus nooit tweemaal het woord 'niet' in een vraag)


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Enquête 
Zorg ervoor dat een vraag slechts op één enkele manier kan worden geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld: Betekent de vraag "Houdt u van sport?" dat de respondent 'zelf graag sport', of 'graag naar sport op televisie kijkt', of 'graag leest over sport', of …

- Geef aan onder hoeveel mensen je de enquête hebt verspreid
   Hoeveel mensen hebben gereageerd (R = respons)
   Hoeveel mensen niet hebben gereageerd (NR = non-respons)

- Bedankje, bedank je respondent tot slot altijd voor zijn medewerking!7777778


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Enquete: deze onderzoeksmethode is geschikt voor kwantitatief onderzoek, omdat je bij dit onderzoek gebruik maakt van een enquete formulier met gesloten of meerkeuzevragen. Deze onderzoeksmethode is handig als je veel informatie van een bepaalde groep wilt weten.
Interview: een interview bestaat uit verschillende open vragen over een bepaalde onderwerp, omdat de onderzoeker gedetailleerde informatie wilt verzamelen. Bij deze methode is het belangrijk dat de onderzoeker duidelijke indicatoren kiest waarop hij wilt doorvragen. Deze onderzoeksmethode past het best bij kwalitatief onderzoek en wordt ook wel diepte interview genoemd. 

Slide 9 - Slide

Observatie is een onderzoeksmethode waarbij de onderzoeker het gedrag van mensen in de werkelijke situatie gaat observeren.  Hierbij kan hij actief of passief observeren. maar hij heeft altijd wel een lijst van indicatoren, om te weten waarop hij moet letten bij het observeren. 
Een experiment wordt gebruikt wanneer een onderzoeker de werkelijkheid in een lab nabootst om een oorzaak-gevolg relatie te onderzoeken
Nog vragen?
- Zelfstandig werken aan onderzoek


Slide 10 - Slide

This item has no instructions