X-chromosomale kruisingen

doel: je kunt di- en polyhybride vraagstukken oplossen 
1) AA Bb Cc dd Ee wordt gekruist met aa Bb CC Dd ee.   Bereken de kans op Aa BB cc Dd ee

2) kroonbladeren van een plant hebben drie onafhankelijk overervende eigenschappen: breedte, kleur en insnijding
P = smal, wit en niet ingesneden x breed, rood , diep ingesneden
F1 = 100% ovaal, rose en ondiep ingesneden
Uit een plant in de F1 wordt na zelfbestuiving zaad gewonnen en gezaaid. Bereken de kans op planten met ovale, witte en diep ingesneden bladeren in de F2

3) In druiven kunnen in twee stappen kleurstoffen worden gemaakt:
kleurloze grondstof -------1------> gele kleurstof -------2------> blauwe kleurstof
Een plant met allel E kan enzym 1 maken, met allel F kan de plant enzym 2 maken
twee blauwe druivenplanten kruisen onderling. De F1 bestaat bestaat uit zowel planten die blauwe druiven maken als planten die gele druiven maken. Van welke kruising is dit het resultaat?
EeFF x EeFF           B eeFF x EEFF          EEFf x EEFf        EEFf x EeFF


1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

doel: je kunt di- en polyhybride vraagstukken oplossen 
1) AA Bb Cc dd Ee wordt gekruist met aa Bb CC Dd ee.   Bereken de kans op Aa BB cc Dd ee

2) kroonbladeren van een plant hebben drie onafhankelijk overervende eigenschappen: breedte, kleur en insnijding
P = smal, wit en niet ingesneden x breed, rood , diep ingesneden
F1 = 100% ovaal, rose en ondiep ingesneden
Uit een plant in de F1 wordt na zelfbestuiving zaad gewonnen en gezaaid. Bereken de kans op planten met ovale, witte en diep ingesneden bladeren in de F2

3) In druiven kunnen in twee stappen kleurstoffen worden gemaakt:
kleurloze grondstof -------1------> gele kleurstof -------2------> blauwe kleurstof
Een plant met allel E kan enzym 1 maken, met allel F kan de plant enzym 2 maken
twee blauwe druivenplanten kruisen onderling. De F1 bestaat bestaat uit zowel planten die blauwe druiven maken als planten die gele druiven maken. Van welke kruising is dit het resultaat?
EeFF x EeFF           B eeFF x EEFF          EEFf x EEFf        EEFf x EeFF


Slide 1 - Slide

Nog niet gelukt?
biologie.ichthuscollege.info:
  • Joost de Guppykweker 2+3
  • basis oefenopdrachten -> theorie en opgaves dihybride

methode:
  • 7.7 basiskennis en toetsvragen

KWT

Slide 2 - Slide

Kun je nummers lezen?

Slide 3 - Slide

Kleurenblindheid
1  op de 12 mannen
1 op de 250 vrouwen

Zouden we het verschil tussen mannen en vrouwen bij sommige erfelijke eigenschappen kunnen verklaren??

Slide 4 - Slide

Doelstellingen
  • Je weet hoe geslacht bepaald wordt bij zoogdieren
  • Je kunt het stappenplan voor kruisingsvraagstukken toepassen bij eigenschappen die op het X-chromosoom liggen
  • Je kunt uit een stamboom afleiden of eigenschappen X-chromosomaal kunnen overerven.

Slide 5 - Slide

Notatie
Autosomaal
A/a                 dominant recessief
Kr / Kw         intermediair

X-chromosomaal
XA / Xa / Y-        dominant/recessief
Xw /Xr / Y-       intermediair 
Autosomen
Geslachts -chromosomen

Slide 6 - Slide

KEUZE
Je snapt monohybride en dihybride kruisingen: je hebt Joost de guppykweker 2 én 3 af, en goed gemaakt.
  • lees de theorie bij Joost de Guppykweker opdr 4 en doe de opdracht. Eerder klaar? oefenopgaven theorie 7.6

Je snapt dat nog niet:
  • Luister naar de uitleg en maak aantekeningen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Kleurenzien/kleurenblind is een eigenschap die bepaald wordt door een gen op het X-chromosoom. Kleurenblind (k) is recessief.

Twee ouders die kleurenziend zijn, krijgen een kleurenblinde zoon
van welke ouder heeft hij deze eigenschap mogelijk gekregen?
A
alleen de vader
B
alleen de moeder
C
van allebei
D
één van beiden

Slide 9 - Quiz

Katten
De eigenschap voor gele of zwarte vachtkleur ligt bij katten op het X-chromosoom. De kleur wordt bepaald door 1 gen. Hierdoor bestaan er zwarte, gele en geelbruine katten.
Een geelbruine poes wordt gekruist met een zwarte kater
-Bereken/beredeneer de kans op een zwarte zoon?
-Bereken/beredeneer de kans op een gele dochter?

Slide 10 - Slide

Doel
  • Je kunt uit een stamboom afleiden of een eigenschap X-chromosomaal kan overerven.
  • hiervoor moet je ook uit een stamboom kunnen afleiden welk fenotype dominant en welke fenotype recessief is.

Slide 11 - Slide

STAMBOMEN (HH)
Schrijf als het mogelijk is altijd in de stamboom!

1) Wat is dominant, wat is recessief -> volgende dia
2) Noteer in de stamboom welke individuen homozygoot recessief zijn
3) Bepaal welke individuen heterozygoot moeten zijn
4) Welke individuen homozygoot dominant zijn is niet altijd vast te stellen

Intermediair/Codominant is makkelijker :)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

X-chromosomaal?
Regels:
  1. dominante vaders hebben altijd dominante dochters
  2. recessieve moeders hebben altijd recessieve zonen.

  • Bewijs regel 1 door kruisingstabellen te maken  voor een normaal ziende vader en alle mogelijke genotypes voor een vrouw.
  • Bewijs  regel twee (eigen methode)

Slide 15 - Slide

Vraag
Leg uit of  de eigenschap haarkleur X-chromosomaal of autosomaal overerft. Of is dit niet te bepalen?

  • Wat is dominant, wat is recessief?
  • Voldoet de stamboom aan de regels voor X-chromosomale overerving?

Slide 16 - Slide

Vraag
Leg uit aan de hand van de figuur uit of  de eigenschap voor sikkelcel anemie X-chromosomaal of autosomaal overerft. Of is dit niet te bepalen? 

  • wit: gezond
  • zwart: sikkelcel anemie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Ik snap nu X-chromosomale kruisingen
A
Ja, ik maak alleen Joost 4
B
Gedeeltelijk, ik maak Joost 4 en de oefenopgaven
C
Nee, ik kom in KWT oefenen en vragen stellen

Slide 19 - Quiz

OEFENEN
  1. Joost de guppykweker opdracht 4 (iedereen)
  2. basis theorie en opgaven X-chromosomaal (extra / kwt)
  3. 10vb: oefenvragen bij theorie 7.5 én 7.6 (extra/kwt)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link