Op je spaarrekening staat € 240. Van de bank krijg je 2% rente per jaar.
Bereken het bedrag dat je na 1 jaar aan rente krijgt.
↷
↷
: 100
x 2
Slide 7 - Slide
Rente
Procent
100%
1
2
Bedrag
240
??
Wat je boven in de tabel doet.
Delen door 100 en vermenigvuldigen met 2.
Moet je onder ook doen !!
↷
↷
: 100
x 2
240 :100 = 2,40 x 22 = € 2,70
Slide 8 - Slide
Paragraaf 2.4
Uitleg opdrachten
Slide 9 - Slide
2.4: opdracht 5
Deco bv kan per jaar met de bestaande machines maximaal 360.000 rollen behang produceren. Bij een stijgende vraag naar Deco-behang wordt dat maximum in de toekomst een probleem. Gebruik het staafdiagram (zie bron).
a) Met hoeveel rollen behang kan de productie nog stijgen met de bestaande machines?
Slide 10 - Slide
T2.4: opdracht 8.2b
Lees het krantenbericht.
b) Bereken de totale productie die de autofabriek dit jaar verwacht.
De fabriek verwacht dit jaar in totaal .........stuks te produceren.
Elektrisch populair Amsterdam
Een autofabrikant zag vorig jaar de productie van elektrische auto’s met ruim 40 procent stijgen tot 16.000 stuks. Voor dit jaar verwacht de fabrikant een verdere stijging van de productie met 20 procent.
Slide 11 - Slide
Procenten
Procent
100%
Bedrag in €
Rente
BTW
Toename/afname bv korting
enz.
↷
↷
Berekenen dmv:
tabel
formule
Slide 12 - Slide
Rente
Procent
100%
1
20
Aantal
16.000
??
Een autofabrikant zag vorig jaar de productie van elektrische auto’s met ruim 40 procent stijgen tot 16.000 stuks. Voor dit jaar verwacht de fabrikant een verdere stijging van de productie met 20 procent.
↷
↷
: 100
x 20
Slide 13 - Slide
2.4: opdracht 8.2b
Lees het krantenbericht.
b) Bereken de totale productie die de autofabriek dit jaar verwacht.
De fabriek verwacht dit jaar in totaal
stuks te produceren.
16.000 + 3.200 = 19.200
Elektrisch populair Amsterdam
Een autofabrikant zag vorig jaar de productie van elektrische auto’s met ruim 40 procent stijgen tot 16.000 stuks. Voor dit jaar verwacht de fabrikant een verdere stijging van de productie met 20 procent.
Slide 14 - Slide
Cijfers
Slide 15 - Slide
Doel 2.5
Ik kan redenen noemen om te werken.
Ik kan omstandigheden noemen die werken leuk of minder leuk maken.
Slide 16 - Slide
Arbeidsomstandigheden
Alles wat werken prettig of minder prettig maakt.
Slide 17 - Slide
Arbowet
Wet die regels geeft voor de arbeidsomstandigheden in bedrijven.
Slide 18 - Slide
Arbeidsmotieven
De redenen om te willen werken.
Slide 19 - Slide
Voltijdbaan
Een baan van 36 uur per week of meer.
Slide 20 - Slide
Deeltijdbaan
Een baan van minder dan 36 uur per week.
Part-time
Slide 21 - Slide
Doel bijstellen of nieuw doel?
Slide 22 - Slide
Online
Rekentrainer
Paragraaf 5
Een percentage uitrekenen
In je boek
Hoofdstuk 2:
paragraaf 5
Opdracht
6 t/m 11
Huiswerk 9 november
PLENDA: donderdag 9 nov 2e uur
Slide 23 - Slide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?
