3-10 1b 1d

3-10 1b 1d
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3-10 1b 1d

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
-Smartpark

-Werkwoorden

-Bibliotheek

Slide 3 - Slide

Na de les 

-hebben we geoefend met werkwoorden. 
-weet ik meer over bibliotheken. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Programma
-Smartpark


-Werkwoorden

-Bibliotheek

Slide 6 - Slide

Wie ziet het taalfoutje? 

Slide 7 - Slide

Wie ziet de taalfoutjes? 
t
r

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

t

Slide 11 - Slide

Welke 10 woordsoorten kent het Nederlands?
Het Nederlands kent 10 woordsoorten, namelijk:
Werkwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
Voornaamwoorden
Bijwoorden
Lidwoorden
Voorzetsels
Voegwoorden
Telwoorden
Tussenwerpsels

Werkwoorden zijn doe-woorden.

Werkwoorden kunnen van vorm veranderen. 

Ik werk TT       Ik werkte VT
    Ik werk EV        Wij werken MV

Slide 12 - Slide

De mensen, dieren dingen die bij het werkwoord horen, noemen we het onderwerp

Slide 13 - Slide

Wat mis ik? Een werkwoord of een onderwerp? 
Eet ijs
Ik ijs

Slide 14 - Slide

Wat mis ik? Een werkwoord of een onderwerp? 
Ik eet ijs
Ik eet ijs

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Conclusie: Werkwoorden zijn Uniek!!!!!!!!!!!!!!!
Een werkwoord is belangrijk in een zin. Het laat zien waar de zin over gaat. Het werkwoord verandert als de tijd verandert en als het aantal verandert. 

We hebben een onderwerp nodig om de vorm te bepalen van het werkwoord. 
De hond blaft de hele dag. De leerlingen zitten in de klas. 

Slide 17 - Slide

Ik werk, Ik loop, Ik drink, Ik gooi, Ik adem, ik zit
Hij werkt, Hij loopt, Hij drinkt, Hij gooit, Hij ademt, Hij zit
Jij werkt, Jij loopt, Jij drinkt, Jij gooit, Jij ademt, Jij zit
Wij werken, Wij lopen, Wij drinken, Wij gooien, Wij ademen, Wij zitten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Slide