2. SCHRIJVEN 2.1 Informatieve Teksten/ Artikel met ChatGPT (2)+ 2.2 Verleden tijd

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert te werken met het hulpmiddel ChatGPT.
  • Je leert de kenmerken kennen van een artikel.
  • Je herhaalt de werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd en verleden tijd.
  • Je schrijft een artikel: Kom kijken op het mbo!

Slide 3 - Slide

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 4 - Slide

In dat oude huis ..... het overal. (tochten, verleden tijd)
A
tochte
B
tochtte

Slide 5 - Quiz

De journaallezer ..... mee, dat het ijs nog net betrouwbaar was. (delen, verleden tijd)
A
deelte
B
deelde
C
deelten
D
deelden

Slide 6 - Quiz

De stratenmaker..... de weg die voor ons huis langs loopt. (verbreden, verleden tijd)

Slide 7 - Open question

Je ....... me daar niets nieuws mee. (vertellen, tegenwoordige tijd)
A
vertelt
B
verteld

Slide 8 - Quiz

In welke zin kloppen de leestekens niet?
A
Ben je nog steeds zo moe?
B
Als je nu niet ophoudt, stuur ik je weg.
C
Hij moet rennen want, zijn bus komt eraan.
D
Neem je ook koffie, brood en melk mee?

Slide 9 - Quiz

Hoofdletter?
A
Bijbel
B
bijbel

Slide 10 - Quiz

Religieuze begrippen
De begrippen die bij een cultuur of een religie behoren, schrijf je niet met een hoofdletter.

    christendom, jodendom, islam, boeddhisme
    Hij is een christen. Zij is joods. Een boeddhistisch gebruik.

Maar de namen van heiligen, de heilige geschriften e.d. die bij die religie horen, schrijf je weer wel met een hoofdletter: God, Allah, de Bijbel en de Koran, Paasfeest, Kerstmis, Ramadan.

Slide 11 - Slide

Hoofdletter?
A
vwo
B
VWO

Slide 12 - Quiz

Namen van organisaties, merken en producten

    Amnesty International, Ford Ka, USA, VN

Soms gebruiken organisaties een eigen spelling: PvdD, iPhone. Die spelling neem je gewoon over.

Namen van scholen: vmbo, havo, mbo zijn met kleine letters

Slide 13 - Slide

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 14 - Quiz

Historische gebeurtenissen en feestdagen
   
de Tweede Wereldoorlog, de Slag bij Waterloo, de Beeldenstorm
    Kerstmis, Pasen, het Suikerfeest, Koningsdag, Moederdag

Alleen bij een samenstelling met feestdagen schrijf je kleine letters. Dat geldt ook voor gewone kalenderdagen en –periodes.

    paasdagen, kerstboom, vaderdagcadeau
    zomer, herfst, december, donderdag, middeleeuwen, klassieke oudheid

Slide 15 - Slide

Meervoud
Bij het schrijven van het meervoud is het heel belangrijk om goed te luisteren naar de uitspraak van een woord!

Risico-risico's/risicos
Bureau - bureaus/bureau's

Slide 16 - Slide

6. MEERVOUD op -ën

Bij woorden die eindigen op -ee of -ie maak je langer met -ën of met -"n (let op de plaats van de klemtoon)

fee = feeën

knie = knieën

bacterie = bacteriën

porie = poriën

Slide 17 - Slide

Wat is het meervoud van
REE
A
reën
B
reeën

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van
CHEMICALIE ?
A
chemicaliën
B
chemicalieën

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van
FANTASIE?
A
fantasiën
B
fantasieën

Slide 20 - Quiz

Wat is het meervoud van
PROCINCIE?
A
provinciën
B
provincieën

Slide 21 - Quiz

Wat is het meervoud van
MOSKEE?
A
moskeën
B
moskeeën

Slide 22 - Quiz

Vervolg ChatGPT opdracht (artikel 1). 
Inleveren Word-document met: Basisartikel + Aangepast artikel + Schema met tekstanalyse.
Opdracht Artikel 2, volgende week ook nog de tijd.
De opdrachten staan in TEAMS

Slide 23 - Slide

SCHRIJVEN 2.1 Informatieve Teksten/ Artikel met ChatGPT (2)+ ww spelling

Slide 24 - Slide