Je weet wat positieve, negatieve en tegengestelde getallen zijn.
Je kunt >, < en + gebruiken.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 24 slides, with text slides.
Items in this lesson
H2 Rekenen met negatieve getallen
Leerdoelen:
2.1
Je weet wat positieve, negatieve en tegengestelde getallen zijn.
Je kunt >, < en + gebruiken.
Slide 1 - Slide
Positieve en negatieve getallen
Slide 2 - Slide
Uitleg positieve en negatieve getallen
Slide 3 - Slide
Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: positieve en negatieve getallen, tegengestelden, getallen vergelijken
Positieve en negatieve getallen vergelijken
Positieve en negatieve getallen
Slide 4 - Slide
Tegengestelde getallen
Een voorbeeld van tegengestelde getallen:
-3 en 3
Ze liggen even ver van de 0 vandaan
Slide 5 - Slide
Het beest wil het meest
12 < 24
132 > 57
<
>
Slide 6 - Slide
Maak deze vraag in je schrift
Zet de getallen onder elkaar in volgorde van laag naar hoog.
8, -10, 15, -24, 30
Slide 7 - Slide
Schrijf over en vul in: < > =
a. 4 ..... 5
b. -3 ..... 4
c. -5 ..... -1
d. 30 - 6 ..... -24
e. -98 ..... -2
f. 0 ..... 25 - 25
g. 0 ..... -1,5
Slide 8 - Slide
H2 Rekenen met negatieve getallen
Leerdoelen:
2.2
Je kunt het verschil in temperatuur berekenen.
Je kunt optellen en aftrekken met negatieve getallen.
Je kunt rekenen met + - = -
Je kunt rekenen met - - = +
Slide 9 - Slide
Basis en Kader
Je kunt het verschil in temperatuur berekenen.
Slide 10 - Slide
Plus en min
Het verschil in temperatuur
Slide 11 - Slide
Optellen en Aftrekken
Slide 12 - Slide
Optellen en aftrekken
Slide 13 - Slide
Optellen en aftrekken
Slide 14 - Slide
Schrijf over en maak in je schrift
Slide 15 - Slide
Positieve en negatieve getallen aftrekken
Slide 16 - Slide
H2 Rekenen met negatieve getallen
Leerdoelen:
2.3
Je kunt vermenigvuldigen met negatieve getallen
Je kunt delen door negatieve getallen
Slide 17 - Slide
Regel bij vermenigvuldigen met negatieve getallen:
Slide 18 - Slide
Vermenigvuldigen met negatieve getallen
Slide 19 - Slide
Regel bij delen met negatieve getallen:
Slide 20 - Slide
H2 Rekenen met negatieve getallen
Leerdoelen:
2.4
Je kunt de rekenvolgorde toepassen
Je weet wat het product, het quotiënt, de som en het verschil is
Slide 21 - Slide
Rekenvolgorde
Rekenvolgorde:
Tussen haakjes
x en :
+ en -
Slide 22 - Slide
Product, quotiënt, som en verschil
Product = x
Quotiënt = :
Som = +
Verschil = -
Slide 23 - Slide
Als er meerdere berekeningen in één som staan zoals x en + is het belangrijk om te weten dat er een bepaalde rekenvolgorde is. Zo gaat vermenigvuldigen voor optellen.
De rekenmachine kent deze volgorde ook. Met onderstaand ezelsbruggetje leer jij net zo goed rekenen als je rekenmachine :)