les1wk9 3vs

1 / 10

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

VOORZETSELS:WANNEER MOET IK A, EN, AU, AUX GEBRUIKEN?

Slide 3 - Slide

Voorzetsels (moyens de transport)

Je vais en voiture/bus/tram/train/avion/hélicoptère/bateau/téléphérique

(=kabelbaan/skilift)...

MAIS ATTENTION!!!!

Je vais à pied/vélo/moto/ski

Slide 4 - Slide

Voorzetsels (landen, steden)

MET STEDEN: Je vais à Amsterdam/ Paris/Maastricht...
MET LANDEN:

-vrouwelijk (meestal landen die op een -E beëindigen): Je vais en France, Belgique, Italie, Espagne, Turquie...

-mannelijke landen: Je vais au Maroc, Luxembourg, Portugal....

-meervoud: Je vais aux Bahamas, Etats-Unis, Philippines...

Slide 5 - Slide

timer

3:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

timer

4:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

les1wk9 3vs

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

More lessons like this

Préposition pays

Préposition pays

Klas 2 Landen en voorzetsels

UNIT 5 - Landen en voorzetsels

Klas 2 Landen en voorzetsels

Klas 2 Landen en voorzetsels

Voorzetsels bij steden en landnamen.

week 44