Het hart
1 / 20
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welk deel van het hart heeft de meest gespierde wand?
A
de linkerboezem
B
de linkerkamer
C
de rechterboezem
D
de rechterkamer
Slide 3 - Quiz
Via welk van de genummerde bloedvaten komt zuurstofarm bloed het hart binnen?
A
bloedvat 1
B
bloedvat 2
C
bloedvat 3
D
bloedvat 4
Slide 4 - Quiz
Welk nummer geeft het deel van het hart aan dat het bloed naar (onder andere) de benen pompt?
A
nummer 5
B
nummer 6
C
nummer 7
D
nummer 8
Slide 5 - Quiz
Hoe heten de slagaders die zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier brengen?
Slide 6 - Open question
Horen kransslagaders en kransaders bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 7 - Quiz
Je ziet een doorsnede van de borstkas van de mens schematisch getekend.
P geeft de rechter harthelft aan.
Q geeft de rechterlong aan.
P is door een bloedvat verbonden met orgaan Q. Dit bloedvat is niet getekend.
Hoe heet dit bloedvat?
P geeft de rechter harthelft aan.
Q geeft de rechterlong aan.
P is door een bloedvat verbonden met orgaan Q. Dit bloedvat is niet getekend.
Hoe heet dit bloedvat?
A
aorta
B
kransader
C
longader
D
longslagader
Slide 8 - Quiz
het bloed in een kransader wordt vergeleken met het bloed in een kransslagader.
In welk type bloedvat bevindt zich bloed met het hoogste zuurstofgehalte?
In welk type bloedvat bevindt zich bloed met het hoogste zuurstofgehalte?
A
kransader
B
kransslagader
Slide 9 - Quiz
Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Zuurstof rijk
Zuurstof rijk
Zuurstof arm
Zuurstof arm
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit
Slide 10 - Drag question
Wat is de naam van deel 1?
Slide 11 - Open question
Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader
Slide 12 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 13 - Quiz
Wat is de longader?
A
2
B
3
C
7
D
1
Slide 14 - Quiz
Wat is de hartklep?
A
2
B
3
C
5
D
1
Slide 15 - Quiz
Wat is de linkerboezem?
A
2
B
4
C
5
D
6
Slide 16 - Quiz
Wat is de holle ader?
A
2
B
1
C
4
D
7
Slide 17 - Quiz
Wat is de longslagader?
A
2
B
1
C
3
D
7
Slide 18 - Quiz
Wat is de linker-kamer?
A
2
B
4
C
5
D
6
Slide 19 - Quiz
Wat is de aorta?
A
2
B
1
C
3
D
7
