Les 2

vrijdag 17 maart
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

vrijdag 17 maart

Slide 1 - Slide



                         n = rt                                              k = r, +rt   





                      - ko, n = z                                       t = st           

                   

Slide 2 - Slide

                          Maart roert zijn staart


Wat betekent dit?
Wat is de betekenis?
Wat bedoelen we hiermee?


Slide 3 - Slide

hand-out vakantie

Slide 4 - Slide

Futurum
1 Over 1 maand ga ik op vakantie naar Canada.

2 Volgende week zal ik mijn salaris krijgen.

Slide 5 - Slide

Opdracht 10 bladzijde 203

Een enquête invullen

Vul de enquête in

Slide 6 - Slide

Gebruik van het futurum: bladzijde 202
Gaat + .................... de infinitief
Zal + ..........................de infinitief
Iets gaat nog gebeuren:

1 Over 2 dagen..........................................
2 Volgende maand................................
3 Over 15 minuten...................................
4 Over 3 weken..........................................


Slide 7 - Slide

Tekst samen lezen bladzijde 204

Waarom ga ik (niet) naar de sportschool?

Onderstreep in de eerste alinea de werkwoordsvormen.
Wat is de infinitief en in welke tijd staat dit werkwoord?

Tekst 1: Arthur
werkwoordsvorm           tijd                          hele werkwoord
wilde                                  imperfectum       willen

Slide 8 - Slide

Tekst 1: Arthur (35)


werkwoordsvorm
tijd
hele ww

Slide 9 - Slide

M opdracht 11 bladzijde 205

Uitspraak: oe- u- uu


Opdracht 13: Luister goed naar deze woorden en herhaal ze
Maak 2 zinnen met één van deze woorden.

Slide 10 - Slide

Dialoog over sport praten:
A 1 Heb je vorige week gesport?   
2 Aan welke sport doe je?
3 Hoe vaak doe je dat in de week?
4 Heb je een maand- of een jaarabonnement?
5 Met wie sport je graag?

B Geeft antwoord op de vragen, wissel daarna van rol


Slide 11 - Slide

Boerderijdieren

Slide 12 - Slide