Caesar tekst 11.5a vanaf regel 5

Caesar tekst 11.5a vanaf regel 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Caesar tekst 11.5a vanaf regel 5

Slide 1 - Slide

Wat is het onderwerp bij fuit? (wees volledig)

Slide 2 - Open question

Hoe heet de constructie waarbij een hoofdzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord?

Slide 3 - Open question

Waarmee congrueert magno?
A
usui
B
nostris
C
res
D
niks

Slide 4 - Quiz

nam t/m rettulerunt: wat zijn in deze zin de pv's (2x) en het onderwerp?

Slide 5 - Open question

noem drie stijlfiguren die je hier ziet

Slide 6 - Open question

Welke naamval zijn: figura, motu en inusitato genere
A
nom
B
gen
C
dat
D
abl

Slide 7 - Quiz

welke naamval zijn: navium, remorum en tormentorum
A
acc
B
gen
C
dat
D
abl

Slide 8 - Quiz

Vertaling en kleurtjes
quae res magno usui nostris fuit.
Nam et navium figura et remorum motu et inusitato genere tormentorum permoti barbari constiterunt ac paulum modo pedem rettulerunt.

Deze zaak was voor de onzen van groot nut. Want én door de aanblik van de schepen én door de beweging van de roeiriemen én door het ongewone soort projectielen geschrokken, bleven de barbaren staan en trokken zich terug ook al was het maar weinig.

Slide 9 - Slide

regel 8: Welke constructie is 'nostris militibus cunctantibus'?

Slide 10 - Open question

inquit is het hoofdwerkwoord. Citeer de betrekkelijke bijzin (volledig) waarin meer informatie staat over deze 'hij'.

Slide 11 - Open question

Wat is de participium die met het onderwerp congrueert?
A
cunctantibus
B
obtestatus
C
altitudinem
D
feliciter

Slide 12 - Quiz

eveniret: welke modus en waarom?

Slide 13 - Open question

Wat voor woordsoort is feliciter?

Slide 14 - Open question

Vertaling en kleurtjes
Atque nostris militibus cunctantibus, maxime propter altitudinem maris, qui X legionis aquilam gerebat, obtestatus deos, ut ea res legioni feliciter eveniret, ... inquit ...

Maar toen onze soldaten aarzelden, vooral vanwege de diepte van de zee, zei hij die de adelaar van het tiende legioen droeg, terwijl hij de goden als getuige aanriep, dat deze zaak voor het legioen gelukkig zou aflopen:


Slide 15 - Slide

Vertaal zelf regel 11 t/m 13 (praestitero)
desilite’ inquit ‘milites, nisi vultis aquilam hostibus prodere;
ego certe meum rei publicae atque imperatori officium
praestitero.’

Slide 16 - Slide