DISK Thema 3 - les 2

1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom
Bij de eerste les Nederlands.


Welkom bij het vak Nederlands
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • DISK Thema 3 Wonen
  • Woordenschrift

Slide 3 - Slide

Wat leer je?




Ik leer nieuwe woorden bij het thema Wonen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Luisteren
Waar woon je nu?

Slide 6 - Slide

Woont Lucas in een flat?
ja
nee

Slide 7 - Poll

In wat voor een huis woont Lucas?
A
In een boerderij
B
In een eengezinswoning
C
In een blokhut
D
In een flat

Slide 8 - Quiz

In wat voor een huis woont Ingrid?
A
villa
B
flat
C
rijtjeshuis
D
boerderij

Slide 9 - Quiz

In wat voor een huis woont Ingrid?
A
villa
B
flat
C
rijtjeshuis
D
boerderij

Slide 10 - Quiz

Op welke verdieping woont Ingrid?
A
3
B
5
C
7
D
11

Slide 11 - Quiz

Luister goed
Waar woon je nu?

Slide 12 - Slide

Natasha heeft 3 kinderen.
waar
niet waar

Slide 13 - Poll

Natasja woont in een flat.
waar
niet waar

Slide 14 - Poll

Het is een oud huis.
waar
niet waar

Slide 15 - Poll

Het huis is groot.
waar
niet waar

Slide 16 - Poll

Ik woon in Franeker.
______ jij in Leeuwarden?
A
Woon
B
woont
C
wonen
D
wonnen

Slide 17 - Quiz

Ik woon op een hele rustige plek.
Ik woon in een.....
A
stad
B
dorp

Slide 18 - Quiz

Ik woon op een drukke plek.
Ik woon in een...
A
stad
B
dorp

Slide 19 - Quiz

In welke ................. woon jij?
Ik woon in Franeker.
A
plaats
B
Nederland
C
buurman
D
wonen

Slide 20 - Quiz

Een flat is hetzelfde als een rijtjeshuis.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Ik woon op de 5e ......
A
verdieping
B
flat
C
woning
D
huis

Slide 22 - Quiz

Op welke ................ woon jij?
Ik woon op de hoogste.
A
huis
B
stad
C
verdieping
D
dorp

Slide 23 - Quiz

Wat is dit?
A
een woonboot
B
een flat
C
een rijtjeshuis
D
een villa

Slide 24 - Quiz

Wat is dit?
A
een camper
B
een caravan
C
een tent
D
een bus

Slide 25 - Quiz

Wat is dit?
A
een bus
B
een caravan
C
een camper
D
een tent

Slide 26 - Quiz

Wat is dit?
A
een woonboot
B
een flat
C
een rijtjeshuis
D
een villa

Slide 27 - Quiz

Wat is dit?
A
een hoekhuis
B
een flat
C
een rijtjeshuis
D
een villa

Slide 28 - Quiz

Wat is dit?
A
een woonboot
B
een flat
C
een rijtjeshuis
D
een villa

Slide 29 - Quiz

Wat is dit?
A
een flat
B
een vrijstaande woning
C
een rijtjeshuis

Slide 30 - Quiz

Wat voor woning is het witte huis?
A
een tussenwoning
B
een hoekwoning

Slide 31 - Quiz

Nu zelf verder werken

Slide 32 - Slide

Pauze
timer
20:00

Slide 33 - Slide

DISK Thema 3 Wonen - Taak 1

Slide 34 - Slide

Wat leer je?




Ik kan zinnen schrijven over mijn huis. 
Ik kan praten over mijn huis.  

Slide 35 - Slide

Opdracht 1: Maak de vragen

- Lees de vragen.
- Geef zelf antwoord op de vragen. 
timer
5:00

Slide 36 - Slide

Opdracht 2:
Stel de vragen van opdracht 1 aan een andere leerling. 
Jan woont in Leeuwarden.
Hij woont in een groot huis.
Hij woont met zijn ouders en zus.
.......

timer
15:00

Slide 37 - Slide

Opdracht 3:  Wat zie je in de kamer waar je slaapt?
timer
5:00

Slide 38 - Slide

Opdracht 4: Beschrijf jouw kamer
Beschrijf nu jouw slaapkamer. 
Bijvoorbeeld:
Mijn slaapkamer is klein. In mijn kamer staat een bed en een grote kast. De muren zijn blauw...................

Slide 39 - Slide

Nieuwe woorden

Slide 40 - Slide

Zinnen schrijven

Slide 41 - Slide

Werkwoorden roze
gebruiken
laten
liggen
lopen
schoonmaken
slapen
verhuizen

Slide 42 - Slide

Werkwoorden groen
delen
huren
opruimen
passen
planten
verzamelen

Slide 43 - Slide

Rendictee

Slide 44 - Slide

Dit was de les.
Tot de volgende keer! 

Slide 45 - Slide