2.c bruikbaarheid van teksten

2.c bruikbaarheid van teksten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.c bruikbaarheid van teksten

Slide 1 - Slide

Programma


-Controleren + nakijken huiswerk


10 min
-Herhalen digitaal lezen
10 min
-Bruikbaarheid van teksten
10 min
-Oefenen


30 min


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet hoe je gericht informatie kan zoeken en de bruikbaarheid van teksten kan beoordelen.
  • Je kan bij een gegeven onderwerp vragen en zoektermen bedenken.
  • Je kan de bruikbaarheid van teksten beoordelen;
  • Je kan zelf gericht zoeken naar bruikbare informatie om een kort verslag te schrijven. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h2u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Slide

Wat zijn hyperlinks?

Slide 5 - Open question

Welke leeshouding heb jij?

Slide 6 - Mind map

Digitaal lezen
Hyperlinks --> linkjes waar je op kunt klikken waardoor je uit de tekst gaat en ergens anders belandt. Kan leiden naar extra uitleg, video met achtergrondinformatie of een brontekst waar de auteur naar verwijst. Leveren dus veel extra informatie op. 
Leesroute --> Klik je op alle linkjes of niet? 
Leeshouding --> doelloos surfen of informatie opzoeken. Actieve en geconcentreerde leeshouding, gericht op het zo goed mogelijk begrijpen van de tekst. 

Slide 7 - Slide

Ken je de uitdrukking "zoek en gij zult vinden"?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Stel, je wilt een bepaalde songtekst van je favoriete popgroep opzoeken. Welke woorden voer je in een zoekmachine in om deze tekst op internet te vinden?

Slide 9 - Open question

Welke leesmanier zet je in om uit je lijst met treffers de beste te kiezen?

Slide 10 - Open question

Bruikbaarheid van teksten
Alles is op te zoeken, als je maar weet hoe. Hoe preciezer je weet wat je zoekt, hoe gemakkelijker het zoeken wordt. 

Slide 11 - Slide

Welke drie fasen doorloop je als je op zoek gaat naar informatie?

Slide 12 - Open question

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Hoofdstuk 2 paragraaf c, opdracht 5, 6, 7 en 10. 
Hoe?
Oefenboek blz 32-35.
Handboek blz 66-67.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11.10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 13 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet hoe je gericht informatie kan zoeken en de bruikbaarheid van teksten kan beoordelen.

Je kan bij een gegeven onderwerp vragen en zoektermen bedenken.

Je kan zelf gericht zoeken naar bruikbare informatie om een kort verslag te schrijven. 
Je kan de bruikbaarheid van teksten beoordelen;

Slide 14 - Drag question