Blok 4 week 1 les 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Blok 4 week 1 les 2

Leenwoorden eten en digitaal

Annabel ontmoet

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide Tijd
3. Verleden Tijd

Annabel ontmoet. Schrijf op in de verleden tijd

Annabel ontmoet. Schrijf op in de voltooide tijd

Sanne durft. Schrijf op in de verleden tijd

Sanne durft. Schrijf op in de verleden tijd

Het licht verblindde.

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide Tijd
3. Verleden Tijd

Het licht verblindde. Schrijf op in de tegenwoordige tijd

Het licht verblindde. Schrijf op in de voltooide tijd

We hebben gemixt.

1. Tegenwoordige tijd
2. Voltooide Tijd
3. Verleden Tijd

We hebben gemixt. Schrijf op in de tegenwoordige tijd

We hebben gemixt. Schrijf op in de verleden tijd

schrijf het onbeklemtoond meervoud op (meervoud, met lidwoord)

schrijf het onbeklemtoond meervoud op (meervoud, met lidwoord)

schrijf het onbeklemtoond meervoud op (meervoud, met lidwoord)

schrijf het onbeklemtoond meervoud op (meervoud, met lidwoord)