This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Alle regeringsleiders
EU-top
Dagelijks bestuur van de EU
Voert wetten uit
Eurocommissaris
Controleert of of de lidstaten zich aan de wet houden
Samenstelling verandert vaak: telkens andere ministers
Stemt voor of tegen de regels van Europese Commissie
Elke vijf jaar gekozen
Beslist mee met wetgeving/ controleert EC
751 leden
Slide 4 - Drag question
Binnen de Europese Unie zijn er allerlei gebieden waarop de lidstaten samenwerken. Op welk soort samenwerking was de Europese Unie vanaf het ontstaan vooral gericht?
A
economische samenwerking
B
samenwerking op het gebied van buitenlands beleid
C
samenwerking op het gebied van milieu
D
sociaal-culturele samenwerking
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Noem vier manieren hoe je politiek kan beinvloeden.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Er zijn voorstanders en tegenstanders van een referendum. Tegenstanders van een referendum geven als argument onder andere dat het organiseren ervan veel tijd en geld kost. Geef twee andere argumenten tegen een referendum.
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Nationale ombudsman
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Wanneer kun je een klacht indienen bij de Nationale Ombudsman?
A
als een winkel je niet het juiste product geleverd heeft
B
als je de inhoud van wetten niet goed vindt
C
als je een conflict met een andere burger hebt over de openbare ruimte
D
als je vindt dat een overheidsinstantie haar werk niet goed heeft gedaan
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Geen twee voorbeelden hoe de politiek zou kunnen veranderen.