1.4 Hoe ga ik om met verschillen?

Omgaan met verschillen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Omgaan met verschillen

Slide 1 - Slide

Hoe ga ik om met verschillen?
Doelen:
- Je kent drie manieren waarop de samenleving met verschillen tussen mensen omgaat. 
- Je kunt uitleggen hoe jij zelf met verschillen tussen mensen omgaat. 
- Je bent je bewust van het verbod op discriminatie. 

Slide 2 - Slide

Bekijk opdracht 1 (blz. 32)
Wat zie je op de foto? Beschrijf in 1 zin.

Slide 3 - Slide

Foto
Je wilt op de foto een Nederlandse eetgewoonte laten zien. Wat zou jij dan kiezen? Wat is daar dan op te zien?

Slide 4 - Slide

Hoe gaat men om met verschillen?
Nederland: 
- 18 miljoen inwoners, waarvan bijna 2 miljoen niet in Nederland geboren.
- 200 verschillende nationaliteiten. 

Hoe gaan wij daar mee om??? 

Slide 5 - Slide

3 manieren:

Slide 6 - Slide

Je vindt iemand goed zoals hij of zij is. De ander hoort er helemaal bij, ondanks de verschillen. 
Voorbeeld: Aya uit Syrië heeft al snel vriendinnen gemaakt op haar nieuwe school in Nederland.

Slide 7 - Slide

Je respecteert verschillen en laat iemand in zijn waarde. 
Je hoort beiden tot een andere groep en dat is prima.
Je doet je best om samen te leven. 
Voorbeeld: Mohamed is moslim. Zijn klasgenoot Avram is Joods. Ze kunnen prima na school samenwerken aan een project.

Slide 8 - Slide

Je accepteert de verschillen tussen jou en de ander niet. Je ziet de ander als buitenstaander, als iemand die er niet bij hoort.
Voorbeeld: Olivia wil geen vrienden zijn met Nova, omdat Nova op vrouwen valt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat vonden jullie van het filmpje?

Slide 11 - Slide

Discriminatie
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'

Het is een geschreven regel.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Je krijgt opdrachten uitgedeeld.
Maak opdracht 1 t/m 4.

Slide 14 - Slide