This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Quizlet
ga naar www.quizlet.live
Je ontvangt van de docent een code.
Vul je eigen naam in.
Slide 1 - Slide
Hoe ziet dit jaar eruit?
4 periodes, elke periode wordt afgesloten door een toets in de toetsweek
toetsmomenten per periode
periode 1
Practicumtoets osmose (1x)
Toets Thema 1, 2.1+2.2+2.3 (3x)
periode 2
Toets thema 1, thema 2, 3.1-3.5 (3x)
periode 3
Toets T1, T2, T3, 4.1-4.3 (3x)
periode 4
PO botanische tuinen (2x)
Toets T1, T2, T3, T4, T5, T6 (3x)
Slide 2 - Slide
Aan de slag
met basisstof 1.3 en 1.5 en 1.2
lezen en/of maken en/of nakijken
in stilte
10 min
KLAAR? start met testjezelfs of 1.2
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Basisstof 1.3
Plantaardige en Dierlijke cellen
Op tafel: boek 4A, BINAS, biologieschrift
Laptop en mobiel in je schooltas
Slide 4 - Slide
Leerdoel
1.3.1 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen bestuderen.
1.3.2 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen benoemen en de functies ervan beschrijven.
Slide 5 - Slide
Dierlijke cellen
Plantaardige cellen
Celkern
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Chloroplast
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma
Slide 6 - Drag question
Welk organisatieniveau is dit: een stad
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 7 - Quiz
Dieren zonder metamorfose hebben geen levenscyclus.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar in de BiNaS vind je informatie over spierweefsel?
Slide 9 - Open question
Dit is een...
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht
D
Diagonaal
Slide 10 - Quiz
Dit is een ...
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht
D
Diagonaal
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Deel 7 heet...
A
Lens
B
Tubus
C
Oculair
D
Objectief
Slide 14 - Quiz
Het oculair vergroot 10X en het objectief vergroot 40X. Wat is de totale vergroting?
A
10x
B
40x
C
400x
D
100x
Slide 15 - Quiz
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 16 - Quiz
Lichtmicroscoop
Lichtmicroscoop
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Lichtmicroscoop
- Preparaat - altijd lichtdoorlatend
Lengtedoorsnede/dwarsdoorsnede
Vergroting oculair X vergroting objectief = totale vergroting
Vergroting altijd opschrijven bij je tekening!
Slide 19 - Slide
Lichtmicroscoop
Elektronenmicroscoop
Slide 20 - Slide
Transmissie Elektronenmicroscoop TEM
2D - vergroting 100000X
Scanning elektronenmicroscoop SEM
3D - vergroting 100000X
Slide 21 - Slide
Wat is de functie daarvan
Slide 22 - Open question
Dierlijke en plantaardige cellen:
Slide 23 - Slide
Plantaardige en dierlijke cellen
Slide 24 - Slide
Plantaardige en dierlijke cellen
Slide 25 - Slide
Cytoplasma (celplasma)
In alle typen cellen
Bestaat uit:
Grondplasma (water + opgeloste stoffen)
Overige organellen
Slide 26 - Slide
Plantaardige en dierlijke cellen
Slide 27 - Slide
Plastiden
Plastide = korrel, celorganel die alleen in planten voorkomt
chloroplast - fotosynthese
chromoplast - kleur
leukoplast - opslag
Slide 28 - Slide
Plastiden
Van chloroplast naar chromoplast
rijpen van vruchten
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Heb jij alle leerdoelen behaald?
Slide 33 - Slide
Klassikaal bespreken
Opdr. 45 en 51
Slide 34 - Slide
Dierlijke cel
Plantaardige cel
Slide 35 - Drag question
Plaats de onderdelen van de plantaardige cel op de juiste plek
Celmembraan
Vacuole
Celwand
Bladgroenkorrels
Slide 36 - Drag question
De dierlijke cel
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma
Slide 37 - Drag question
Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels
Slide 38 - Drag question
Een wortel is oranje. De delen die boven de grond uitkomen zijn groen. Hierbij gaat de ene soort korrel (A) over in een andere soort korrel (B). Welke korrel is A en welke is B?
A
A: Chromoplast
B: Leukoplast
B
A: Leukoplast
B: Chloroplast
C
A: Chloroplast
B: Chromoplast
D
A: Chromoplast
B: Chloroplast
Slide 39 - Quiz
Met welk instrument bekijk je cellen (op school)?
A
Elektronenmicroscoop
B
Lichtmicroscoop
C
Telescoop
D
Stethoscoop
Slide 40 - Quiz
Grondplasma komt voor bij...
A
Dierlijke cellen
B
Plantencellen
C
Zowel dierlijke als plantencellen
D
Geen van de antwoorden is goed
Slide 41 - Quiz
Chromoplasten komen voor bij...
A
Dierlijke cellen
B
Plantencellen
C
Zowel dierlijke als plantencellen
D
Geen van de antwoorden is goed
Slide 42 - Quiz
Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
cytoplasma
regelcentrum van de cel
celmembraan
vliesje om kern
vocht in kern
bladgroenkorrels, zetmeelkorrels of kleurstofkorrels
vacuole
buitenste randje cel
kernplasma
vocht en opgeloste stoffen
kernmembraan
celkern
celwand
stevig materiaal om cel heen
plastide
grote blaas gevuld met vocht
Slide 43 - Drag question
Cellen uit verschillende organen behoren tot hetzelfde weefsel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 44 - Quiz
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 45 - Quiz
De vorm van een cel of weefsel hangt samen met de functie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quiz
Met welke microscoop of microscopen kan je plastiden bestuderen?