1.3 Dierlijke en plantaardige cellen

H1.3 Plantaardige en dierlijke cellen
Pak je schrift en beantwoordt de volgende vragen:
1. Benoem alle organellen die je kunt bedenken van een plantaardige cel
2. Hoe vaak zoomt een lichtmicroscoop die je hebt gebruikt tijdens het practicum maximaal in?
3. De cellen die je zag tijdens practicum bij 400x waren ongeveer 50 mm breed. Hoe breed zijn ze dan in het echt?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1.3 Plantaardige en dierlijke cellen
Pak je schrift en beantwoordt de volgende vragen:
1. Benoem alle organellen die je kunt bedenken van een plantaardige cel
2. Hoe vaak zoomt een lichtmicroscoop die je hebt gebruikt tijdens het practicum maximaal in?
3. De cellen die je zag tijdens practicum bij 400x waren ongeveer 50 mm breed. Hoe breed zijn ze dan in het echt?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt delen van dierlijke en plantaardige cellen herkennen en hun functie benoemen

Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee cellen van organismen bestuderen

Slide 2 - Slide

Cellen
plantaardige cel - dierlijke cel

Slide 3 - Slide

Dierlijke cel
  1. Celmembraan: stofwisseling met extracellulaire ruimte
  2. Celkern: Bevat DNA en stuurt de cel aan
  3. Cytoplasma: Bevat de celorganellen en opgeloste stoffen

Slide 4 - Slide

Plantaardige cel
Celwand: stevigheid en bescherming 
Celmembraan: stofwisseling met omgeving
Celkern: Bevat DNA en stuurt cel aan
Bladgroenkorrel: fotosynthese
Cytoplasma: bevat organellen en kan plastiden (kleurstofkorrels bevatten)
Cytoplasma

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

timer
8:00

Slide 7 - Slide

Lees kopje Celkern blz. 27
1. Wat kun je vinden in de celkern?
2. Hoe kunnen stoffen de celkern in en uit gaan?
3. Wat is de functie van het DNA?

Alle vragen beantwoordt? 
Teken een grote dierlijke cel (gebruik de hele bladzijde van je schrift. Benoem: Celmembraan, Cytoplasma en Celkern 
timer
8:00

Slide 8 - Slide

Wat is de functie van de celkern?
A
Beschermen cel
B
Stofwisseling
C
Eiwitten maken
D
Bevat DNA en stuurt cel aan

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van de celwand?
A
Stofwisseling met omgeving
B
Stevigheid
C
Eiwitten maken

Slide 10 - Quiz

Welk onderdeel komt niet voor bij dierlijke cellen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Celwand
D
Cytoplasma

Slide 11 - Quiz

Als ik een objectief van 40x gebruik met de microscoop en mijn oculair vergroot 10x, wat is dan mijn totale vergroting?

Slide 12 - Open question