les 1

Begeleiden bij zelf -en samenredzaamheid. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BegeleidenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Begeleiden bij zelf -en samenredzaamheid. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:...
1. Opdracht digibib 
2. Belangrijke begrippen & WMO
3. Wat zouden jullie doen 
4. Stellingen 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opdracht: Maak de goede combinaties!

Slide 4 - Slide


Zelfredzaamheid:
Het vermogen om je in het leven zelf te redden. 

S
amenredzaamheid:
Het vermogen om je in het leven zelf te redden met hulp van mensen in jouw netwerk. 

Eigen kracht:
 
Je talenten en je mogelijkheden om zelf oplossingen te bedenken voor situaties. 

Zelfregie: 
Zelf richting geven aan je leven, ook wanneer je een beroep op anderen moet doen om zelfredzaam te kunnen zijn. 

Slide 5 - Slide

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
De uitgangspunten:

  • Ondersteun de eigen kracht, de eigen regie van burgers (met beperkingen). 
  • Benut en ondersteun het netwerk/de mantelzorgers.
  • Benut en ondersteun vrijwilligers.
  • Zet zo min mogelijk professionele ondersteuning in.

Slide 6 - Slide

WMO

Slide 7 - Slide

Wat vraagt dit van jou?
Jouw basishouding: 
- De wensen en behoeften van de cliënt zijn jouw uitgangspunt. - Je gaat uit van mogelijkheden. 
- Je kijkt verder dan je cliënt alleen. Je kijkt ook naar de     mogelijkheden van:
          - Het netwerk van de cliënt
          - De initiatieven en voorzieningen in de buurt


Slide 8 - Slide

Wat vraagt dit van jou?
Jouw kwaliteiten:
- Je herkent en erkent de eigen kracht van de cliënt en je helpt de cliënt deze te benutten. 
- Je brengt het eigen netwerk van de cliënt in kaart en samen bepalen jullie hoe dit netwerk te benutten. 
- Je betrekt vrijwilligers en brengt ze in contact met de cliënt en mantelzorger. 

Je stemt goed af met de cliënt en mantelzorger.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Hoe zouden jullie hiermee omgaan als je handelt vanuit de wensen van de WMO?

Slide 11 - Slide

Zelfregie: zelf richting geven aan het leven.  
  1. Kracht: Benadruk de kwaliteiten en mogelijkheden van mensen.

  2. Drijfveren: Ga uit van de drijfveren en motivatie van mensen. 

  3. Zeggenschap: Laat mensen zelf beslissen over hun leven en over eventuele professionele ondersteuning. 

  4. Met het netwerk: Laat mensen niet alles zelf doen, maar zorg voor voortdurende interactie met het eigen sociale netwerk. Je kunt voor elkaar van betekenis zijn. 

Slide 12 - Slide

Stellingen:

Slide 13 - Slide

‘Mensen kunnen veel meer zelf dan we (en zijzelf) denken.’ 

Geel = eens
Groen = oneens 

Slide 14 - Slide


‘Mensen die ondersteuning nodig hebben, moeten deze zoveel mogelijk van familie, vrienden of buren krijgen.’



Geel = eens 
Groen = oneens 

Slide 15 - Slide

‘Iemand die ondersteuning nodig heeft, kan vrijwel altijd samen met zijn persoonlijke netwerk passende oplossingen bedenken.’

 




Geel = eens
Groen = oneens 

Slide 16 - Slide

‘Het is goed dat de overheid verwacht dat mensen meer voor elkaar zorgen.’




Geel = eens
Groen= oneens 

Slide 17 - Slide

Lees opdracht C en probeer alvast een planning te maken. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide