A3 Lezen H3 les 1 argumentatie

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Wat was jouw standpunt van je spreekbeurt (over een bestemming)?

Slide 2 - Mind map

timer
1:00
En één argument hiervoor?

Slide 3 - Mind map

Welkom

A3b

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Programma



  • startopdracht
  • leerdoelen/lesdoelen
  • uitleg argumentatie
  • aan de slag
  • terugkoppeling
  • huiswerk + vooruitblik

Slide 6 - Slide

Leerdoelen/lesdoelen
  • Je kunt onderscheid maken tussen standpunt en argument.
  • Je kunt onderscheid maken tussen feitelijke en niet-feitelijke   argumenten.
  • Je kunt een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Je maakt kennis met de volgende termen:
  • feitelijke (objectieve) argumenten
  • waarderende (subjectieve) argumenten
  • enkelvoudige argumentatie
  • nevenschikkende/ meervoudige argumentatie
  • onderschikkende argumentatie

Slide 7 - Slide

https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=f53845f1-4034-41b7-96cd-bd92d6b273f3#/plp/book/ee607f5c-b87d-43a4-9d69-abb110135aad/chapter/cc3b1fb3-9c5d-4dc2-8957-3bae33905359/paragraph/13047b53-0eb5-443f-a971-5c58841ef61a/lesson/d37b88ed-3621-4b35-a0dc-9a2a3fe91216

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kinderen leren online minder dan in de klas, want de CITO-scores waren na de eerste lockdown lager.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument.

Slide 11 - Quiz

Leerlingen leren online minder dan op school, want de lessen zijn veel saaier.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

blokjesschema 
  • standpunt bovenste blok  
  • argumenten in de blokjes eronder 

  • invullen van meerdere, gelijkwaardige argumenten   uit een tekst altijd van links naar rechts

  • blokjes van boven naar beneden --> want
  • blokjes van links naar rechts --> en

Slide 15 - Slide

nevenschikkende argumentatie

Slide 16 - Slide

onderschikkende argumentatie

Slide 17 - Slide

Signaalwoord voor een standpunt
Signaalwoord voor een argument
Signaalwoord voor ander tekstverband
Toch
Dus
Volgens mij
Want
Immers
Zo
De auteur vindt...
Namelijk

Slide 18 - Drag question

Hoe noem je het als een schrijver een argument onderbouwt met een ondersteunend argument?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
NN online
H3
Lezen
startopdracht

Slide 20 - Slide

Huiswerk
NN online
H3
Lezen
opdracht 1 en 2

Slide 21 - Slide

Ik wil nog extra oefenen op dit onderdeel:
timer
0:15
verschil feitelijke en waarderende argumenten
verschil standpunt en argument
maken blokjesschema

Slide 22 - Poll

Deze vraag heb ik niet kunnen stellen:
timer
0:20

Slide 23 - Open question

Mijn inzet deze les was:
timer
0:15
0100

Slide 24 - Poll

Bedankt
voor de aandacht en een heeeeeeeeeeeeeeel fijne vakantie gewenst!

Slide 25 - Slide