H3 Lezen H3 les 1 argumentatie

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
0:30
Wat was jouw standpunt van je spreekbeurt (over een bestemming)?

Slide 2 - Mind map

timer
0:30
En één argument hiervoor?

Slide 3 - Mind map

Welkom

H3b

Slide 4 - Slide


argumentatie



3 havo

Slide 5 - Slide

Programma



  • startopdracht
  • leerdoelen/lesdoelen
  • uitleg argumentatie
  • aan de slag
  • terugkoppeling
  • huiswerk + vooruitblik

Slide 6 - Slide


Leerdoelen
  • Je kunt onderscheid maken tussen standpunt en argument.
  • Je kunt onderscheid maken tussen feitelijke en niet-feitelijke   argumenten.
  • Je kunt onderscheid maken tussen enkelvoudige en meervoudige argumentatie
  • Je kunt een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 7 - Slide


Lesdoelen
Je maakt kennis met de volgende termen:
  • feitelijke (objectieve) argumenten
  • waarderende (subjectieve) argumenten
  • enkelvoudige argumentatie
  • nevenschikkende/ meervoudige argumentatie
  • onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Kinderen leren online minder dan in de klas, want de CITO-scores waren na de eerste lockdown lager.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument.

Slide 12 - Quiz

Leerlingen leren online minder dan op school, want de lessen zijn veel saaier.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

blokjesschema 
  • standpunt bovenste blok  
  • argumenten in de blokjes eronder 

  • invullen van meerdere, gelijkwaardige argumenten   uit een tekst altijd van links naar rechts

  • blokjes van boven naar beneden --> want
  • blokjes van links naar rechts --> en

Slide 16 - Slide

nevenschikkende argumentatie

Slide 17 - Slide

onderschikkende argumentatie

Slide 18 - Slide

Signaalwoord voor een standpunt
Signaalwoord voor een argument
Signaalwoord voor ander tekstverband
Toch
Dus
Volgens mij
Want
Immers
Zo
De auteur vindt...
Namelijk

Slide 19 - Drag question

Hoe noem je het als een schrijver een argument onderbouwt met een ondersteunend argument?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
NN online
H3
Lezen
opdracht 1

Slide 21 - Slide

Huiswerk + vooruitblik
NN online
H3
Lezen
opdracht 2 en 3

woensdag: werken met overtuigende teksten

Slide 22 - Slide

Ik wil nog extra oefenen op dit onderdeel:
timer
0:15
verschil feitelijke en waarderende argumenten
verschil standpunt en argument
maken blokjesschema

Slide 23 - Poll

Deze vraag heb ik niet kunnen stellen:
timer
0:20

Slide 24 - Open question

Mijn inzet deze les was:
timer
0:15
0100

Slide 25 - Poll

Bedankt
voor de aandacht en tot woensdag!

Slide 26 - Slide