Les 3

Grammatica
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica

Slide 1 - Slide

Deze week
Vorige week: VT3.1 besproken + zinsontleding

Maandag

Bespreken H1 opdracht 1 t/m 4
Maken opdracht 5. Daarna Lessonups afmaken of werken in online methode 
Herhaling spelling

Dinsdag
Uitleg woordsoorten H2, pagina 82. 
Maken opdracht 1, 2 en 3. 

Woensdag
Maken opdracht 14, 5 en 6.
Vrijdag
Spellingtoets




Slide 2 - Slide

Deze les
Bespreken H1 opdracht 1 t/m 4
Maken opdracht 5. Daarna Lessonups afmaken of werken in online methode 
Herhaling spelling

Leerdoelen:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen
Ik kan het onderwerp  benoemen
Ik kan het lijdend voorwerp benoemen
Ik kan het meewerkend voorwerp  benoemen
Ik kan de bijwoordelijke bepaling benoemen




Slide 3 - Slide

Even herhalen! 
https://create.kahoot.it/details/1907434f-4d8b-4bcd-a316-9942d8a27c23

Slide 4 - Slide

Bespreken H1 
Opdracht 1
1 + 2 a Toms ouders | hebben | hem | een niet-rokenpremie | beloofd.
b Vorige week | werd | hier | een nieuwe klimhal | geopend.
c Bij de Gronings-Duitse grens | heeft | een wolf | twee schapen | doodgebeten.
d Mijn vriendin | stuur | ik | vaak | leuke filmpjes | via WhatsApp.
e De basketbaltrainingen | wil | Linde | niet | missen.
f De beheerder| sloot | het pretpark| af | aan het eind van de dag.
3 a ow = Toms ouders
b ow = een nieuwe klimhal
c ow = een wolf
d ow = ik
e ow = Linde
f ow = De beheerder

Slide 5 - Slide

Bespreken H1 
Opdracht 2
1 ja
2 nee
3 ja
4 nee
5 nee
6 ja


Opdracht 3
1 pv = heeft; ow = de tuinman; wg = heeft geplant; lv = een hoge heg; mv = -; bwb = naast de schuur
2 pv = gaf; ow = de gespreksleider; wg = gaf; lv = de microfoon; mv = aan iemand uit het publiek; bwb = -
3 pv = kom; ow = -; wg = kom; lv = -; mv = -; bwb = hier
4 pv = kunnen; ow = sommige mensen; wg = kunnen aangeven; lv = hun grenzen; mv = -; bwb = moeilijk
5 pv = heeft; ow = Daan; wg = heeft leeggegeten; lv = een zak snoep; mv = -; bwb = in de bus
6 pv = zou; ow = Joëlle; wg = zou willen nemen; lv = rijles; mv = -; bwb = volgend jaar

Slide 6 - Slide

Bespreken H1 
Opdracht 4
1 bestudeerde = pv / wg
2 met een GoPro-camera = bwb
3 huiskatten = lv
4 vijftig katten = ow
5 heeft vastgelegd = wg
6 Wilson = ow
7 dezelfde ruimte = lv
8 in dezelfde gebieden = bwb
9 nare conflicten over de grenzen van hun territorium = lv
10 verlieten = pv / wg
11 dat = lv
12 waarschijnlijk = bwb
13 wetenschappers = mv

Slide 7 - Slide

opdracht 5
1 pv = bieden; ow = medewerkers van Artsen zonder Grenzen; wg = bieden aan; lv = hulp; mv = slachtoffers van natuurrampen en oorlogen; bwb = overal ter wereld
2 pv = heeft; ow = Kofi; wg = heeft verbroken; lv = het clubrecord op de honderd meter spring; mv = -; bwb = dankzij zijn bijzondere looptechniek; bwb = in een bloedstollende wedstrijd
3 pv = gaat; ow = Joop van hierboven; wg = gaat wandelen; lv = -; mv = -; bwb = elke avond om acht uur; bwb = met zijn hond
4 pv = wijs; ow = -; wg = wijs; lv = -; mv = -; bwb = dan; bwb = met de vlag; bwb = richting het doel van de verdedigende partij
5 pv = heeft; ow = de scheidsrechter met de snor; wg = heeft afgewezen; lv = het derde doelpunt van de midvoor; mv = -; bwb = vanwege die onbegrijpelijke buitenspelregel
6 pv = maakt; ow = tante Esther; wg = maakt; lv = tassen; mv = voor haar vriendinnen; bwb = in haar vrije tijd; bwb = van oude kleding uit de kringloopwinkel

Slide 8 - Slide

Aan de slag 
Bladzijde 30 en 31.

Maken opdracht 5

Klaar?
Grammatica Lessonup
Extra opdrachten in de online methode H1 


Slide 9 - Slide

Vrijdag spellingtoets 
Wat kan je leren?
Pagina 32 - leestekens en citeren
Pagina 58 - werkwoordspelling 

Wat krijg je in de toets?
- Zin overnemen en hoofdletters en leestekens gebruiken.
- Juist/onjuist bij hoofdletters en leestekens
- Werkwoordsvormen juist opschrijven
- Aangegeven werkwoordsvorm juist gebruiken

Meenemen: je samenvatting voor werkwoordspelling!


Slide 10 - Slide

Wat weet je nog?
Leerdoelen deze les:

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in de zin benoemen
Ik kan het onderwerp in de zin benoemen
Ik kan het lijdend voorwerp in de zin benoemen
Ik kan het meewerkend voorwerp in de zin benoemen
Ik kan de bijwoordelijke bepaling in de zin benoemen

- Vanavond gaf Jan mij een pen.

Volgende les:
Uitleg woordsoorten H2, pagina 82.
Maken opdracht 1, 2 en 3.

Slide 11 - Slide