Het verteringsstelselles 9

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  •  Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.
Schrijf in je eigen woorden wat je al weet over de volgende onderdelen en processen: longen, darmen, bloedsomloop, voedselopname, gaswisseling, transport, uitscheiding, en stofwisseling. Denk na over hoe deze bijdragen aan verbranding in een cel en aan de algehele gezondheid van een organisme.

Slide 5 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
aantekeningen maken

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


      Lesdoelen
  • je kunt de functies van voedingstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  • je kunt zes groepen voedingstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
  • je kunt essentiële en niet-essentiële voedingstoffen onderscheiden. 
  • Je kunt de werking en functie van vertering, verteringsstappen en enzymen beschrijven.
  • je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
  • je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.
  • je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringstelsel noemen.
  • je kunt de verteringssappen noemen met hun functies. 

Slide 7 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
      Lesdoelen
  • je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven. 
  • je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen. 
  • je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven. 
  •  je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan. 
  • je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit. 

Slide 8 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Practica leerjaar 2
 Les 1 glucose aantonen, zetmeel aantonen, eiwitten aantonen
Les 2 Glucose, zetmeel en eiwitten in voedingsmiddelen
Les 3 de invloed van speeksel op zetmeel
Les 4 de invloed van temperatuur op de werking van zetmeel
Les 5 hoe gezond is eten, lekker en gezond
Les 6 verschillende tanden en kiezen
Les 7 : boek opdracht 1.7 het gebruiken en maken van een determineersleutel tm 1.7.3  determinatietabel. 
Les 8  onderzoek doen, boek doen we practicum deel 1, veilig werken 1.1 tm 1.5
Les 9: onderzoek doen, boek doen we practicum deel 1, veilig werken 1.1 tm 1.5
Les 10  1.61. practicum hooi-infuus
Les 11: 1.6.2 practicum korstmossen


Slide 9 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Practica leerjaar 3
Les 1 : boek opdracht 1.7 het gebruiken en maken van een determineersleutel tm 1.7.3 determinatietabel.
Les 2 onderzoek doen, boek doen we practicum deel 1, veilig werken 1.1 tm 1.5
Les 3;  onderzoek doen, boek doen we practicum deel 1, veilig werken 1.1 tm 1.5
Les 4:  1.61. practicum hooi-infuus
Les 5: 1.6.2 practicum korstmossen
les 6: boek doen we practicum technische vaardigheden  hoofdstuk 2
les 7: boek doen we practicum technische vaardigheden  hoofdstuk 2
les 8: boek doen we practicum enkele praktische toepassingen 
les 9: boek doen we practicum enkele praktische toepassingen 
les 10: boek doen we practicum hoofdstuk 5 
les 11: boek doen we practicum hoofdstuk 5 

Slide 10 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Periode planner
Week
1
2
3
4
5
lesdoel
voedingsmiddelen en voedingstoffen 
voedingsmiddelen en voedingstoffen  herhaling verbranding 
verteringsstelsel
verteringstelsel
herhaling bloedsomloop 
organen voor vertering
6
7
8
9
10
11
12
organen voor vertering 
gezonde voeding 
gezonde voeding 
herhaling ademhaling 
voedselbederf
voedselbederf
herhaling verbranding, bloedsomloop ademhaling 
voeding en vetering bij zoogdieren 
herhaling periode 1 en 2 

Slide 11 - Slide

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
Orgaanstelsels 
1: Verteringsstelsel
2: Ademhalingsstelsel
3:  Bloedvatenstelsel
4-5:  Uitscheidingsstelsel:het lymfevatenstelsel en het urinewegstelstel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voeding en vertering
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Het verteringsstelsel
De organen voor vertering
Gezonde voeding
 Voedselbederf
Voeding/vertering bij zoogdieren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1 Het Verteringsstelsel -verstikking





oppervlaktevergroting 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

enzymen





het verteringsstelsel


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

emulgeren





darmperistatiek


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

darmplooien


opdracht:


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

 Voedingsmiddelen
 Het verteringsstelsel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samenhang met vorige basisstoffen  
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Voordat je cellen de voedingsstoffen kunnen opnemen, moet je voedsel (voedingsmiddelen) worden verteerd. Daarvoor zorgt het verteringsstelsel


Voedingsmiddelen           vertering          voedingsstoffen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Herhaling
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Het verteringsstelsel
  • Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven

  • Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie

  • Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van het verteringsstelsel?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Verteringsstelsel
Een lang kanaal van je mond tot je anus -> van mond tot kont ;) -> het darmkanaal
Slokdarm, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm. 

Voedingsstoffen uit voedsel worden opgenomen in je bloed.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verteren
Sommige voedingsstoffen kunnen door de wand van het darmkanaal heen -> kunnen meteen in het bloed worden opgenomen.

Andere voedingsstoffen kunnen niet door de wand heen. Dit zijn eiwitten, de meeste koolhydraten en vetten ->moeten worden verteerd voordat zo kunnen worden opgenomen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Kauwen
(Mechanische vertering)
Verteringssappen
(Chemische vertering)
Verteren = het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen: de verteringsstoffen. Deze stoffen kunnen in het bloed worden opgenomen.

Slide 26 - Slide

Mechanische vertering

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Verteringssappen
Verteringsklieren:
  • Speekselklieren 
  • Maagsapklieren 
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren

Scheikundige reacties met enzymen: stoffen worden omgezet in andere stoffen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Darmperistaltiek
    Schema darmperistaltiek

  1. Lengtespieren ontspannen; kringspieren trekken samen.
  2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
  3. Lengtespieren trekken samen; kringspieren ontspannen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Welke stof kan zo zonder vertering in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions