NE2425-b2 les 9 nauwkeurig lezen + les 5 hoofdletters - week 1

1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 140 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom in periode 1
Deze periode gaan we werken aan:

- leesvaardigheid 
- schrijfvaardigheid
- spreekvaardigheid
- kijk- en luistervaardigheid
- fictie

NODIG bij het vak Nederlands-->  Kern lesboek, laptop, leesboek, schrift en pen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Plattegrond HB2B

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
Telefoon in je Zakkie, Zakkie in je tas!​
Jas uit + spullen op tafel: Chromebook, lesboek, JdW-map en etui.​
NUMO Nederlands maken.​
Huiswerk bespreken/les starten.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Deze week - les 1 + les 5
Deze LessonUp hoort bij: 
Les 1: begrijpend lezen --> nauwkeurig lezen
Les 5: spelling & grammatica --> hoofdletters


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Begrijpend lezen
Les 1 Hoe lees je nauwkeurig

Lesdoel:
Je leert hoe en wanneer je een tekst nauwkeurig moet lezen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden... wat weet je nog?
Signaalwoorden:
-tijdsvolgorde
-opsomming
-tegenstelling
-oorzaak-gevolg
-mening met argumenten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent nauwkeurig lezen?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden
Hoe moet je deze tekst lezen?  Waarom?
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 11 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
nauwkeurig lezen
signaalwoorden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Woorden uit deze les
opgeven: stoppen met iets doen
zich voorstellen: zijn naam zeggen
blijken (uit): duidelijk zijn uit iets.
omkeren: omdraaien, teruggaan
letterlijk: als iets precies weergeeft wat er geschreven of gezegd is
gewoonlijk: zoals het meestal is

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 38
- Lees Belangrijk
- Samen maken: opdracht 1  + 2, blz. 38
- Zelfstandig werken: opdracht 5 t/m 9, blz. 40


Slide 22 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

nauwkeurig lezen doe je
A
als je even snel informatie zoekt.
B
als je een kast in elkaar moet zetten
C
als je wilt weten of je de tekst gat gebruiken.
D
als je checkt of je naam erbij staat

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

wat weet je nu:

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Spelling en grammatica
Les 5 Hoe gebruik je hoofdletters?

Lesdoel:
Je leert wanneer je een hoofdletter moet schrijven.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters ..... wat denk je?
Bespreek dit in 2 minuten met de klasgenoot naast jou.
timer
1:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wanneer moet je een hoofdletter gebruiken?

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden
Mijn zusje heet Annebel en woont in Turnhout, dat ligt in België

Namen zijn altijd met een hoofdletter.....
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 30 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
hoofdletters

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Woorden uit deze les
opgeven: stoppen met iets doen
zich voorstellen: zijn naam zeggen
blijken (uit): duidelijk zijn uit iets.
omkeren: omdraaien, teruggaan
letterlijk: als iets precies weergeeft wat er geschreven of gezegd is
gewoonlijk: zoals het meestal is

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 22
- Lees Belangrijk
- Samen maken: opdracht 1  + 2, blz. 22
- Zelfstandig werken: opdracht 4 t/m 7 + 11, blz. 23 + 24


Slide 41 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

welke zin heeft de juiste hoofdletters?
A
de jongen loopt naar de Hooftskade.
B
ik woon in Den Haag.
C
In Oktober hebben we vakantie.
D
's Morgens trek ik mijn Adidasschoenen aan.

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Fictieopdracht periode 1 (deze hangt ook in Teams)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?
A
Een 10.... zoals altijd
B
Een voldoende, dat is prima.
C
Een onvoldoende, ik kan echt beter.
D
Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

Slide 49 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Exit ticket: hoe ga je deze les thuis herhalen?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting
Bedankt en tot de volgende les!
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 51 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.