§4.4 - Hulp bij voortplanting: 22-12

Welkom
- Schrift, boek op tafel
- Les §4.4 - Hulp bij voortplanting
- Vooruitblik.
Huiswerk
Lezen (Lz) §4.5
Maken (Mk) §4.4 & 4.5


Zie ook video's en oefenopdrachten in LessonUp

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
- Schrift, boek op tafel
- Les §4.4 - Hulp bij voortplanting
- Vooruitblik.
Huiswerk
Lezen (Lz) §4.5
Maken (Mk) §4.4 & 4.5


Zie ook video's en oefenopdrachten in LessonUp

Slide 1 - Slide

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: onvruchtbaarheid, IVF, spermamonster, ICSI, hemoglobine, zuurstofgebrek, gen, alleen, drager, erfelijke aandoeningen, embryoselectie, ivf-behandeling, prenatale diagnostiek, echoscopie, vlokkentest, vruchtwaterpunctie, karyogram, stofwisselingsziekte, aminozuur, hersenbeschadiging, 
  • Je kunt de inhoud van de leerdoelen aan een ander uitleggen.
  • Je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken.
  • Je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken.


Slide 2 - Slide

Entree-ticket:
Waarover ging de vorige les?
Overleg even met je buur en geef samen antwoord.

Slide 3 - Open question



In de puberteit krijgen meisjes borsten. Dat wordt veroorzaakt door een hormoon.
Welk orgaan produceert dit hormoon?

Puberteit
A
de baarmoeder
B
de eierstokken
C
de eileiders
D
de hypofyse

Slide 4 - Quiz

Ongewenst kinderloos
Mogelijke oorzaken:
  • te kleine zaadcellen of inactieve zaadcellen.
  • hele onregelmatige cyclus.
  • verklevingen eileiders (door ontstekingen zoals bij chlamydia).
  • enzovoorts

De oplossing is afhankelijk van de oorzaak.

Slide 5 - Slide

Oplossingen
  • Met ovulatietest vruchtbare moment beter bepalen.
  • KI/ kunstmatige inseminatie
  • IVF/ in-vitrofertilisatie 
  • ICSI/ intracellulaire inseminatie (sperma injecteren in eicel)

--> hormoonbehandelingen



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht: "We willen een kind"
Een stel komt bij de dokter, ze willen graag een kind, maar tot op heden is dat nog niet gelukt. Jullie zijn de arts. 

Elke groep onderzoekt een specifieke hormoonbehandeling. Je geeft aan waar het hormoon voor nodig is, op welk moment in cyclus dit toegediend moet worden en welke vruchtbaarheidsbehandeling het beste hier bij past.

Hulpmiddelen: BiNaS, Boek, Docent

Slide 9 - Slide

Verdeling
Groep 1: De vrouw krijgt FSH | Groep 2: De man krijgt FSH | Groep 3: De vrouw krijgt progesteron | Groep 4: De vrouw krijgt HCG | Groep 5: De vrouw krijgt LH

Vragen:
1. Waarvoor zorgt dit hormoon?
2. Op welk moment in de cyclus moet je dit hormoon gebruiken? (aanwijzen)
3. Wat kan een oorzaak zijn?
4. Welke behandeling adviseren jullie?

Iedere persoon uit de groep moet de vragen mondeling kunnen toelichten. 
Per groep lever je de uitwerking ook in via Teams.

timer
1:00

Slide 10 - Slide

Mondelinge presentaties
Groep 1: De vrouw krijgt FSH | Groep 2: De man krijgt FSH | Groep 3: De vrouw krijgt progesteron | Groep 4: De vrouw krijgt HCG | Groep 5: De vrouw krijgt LH


Vragen:
1. Waarvoor zorgt dit hormoon?
2. Op welk moment in de cyclus moet je dit hormoon gebruiken? (aanwijzen)
3. Wat kan een oorzaak zijn?
4. Welke behandeling adviseren jullie?

Slide 11 - Slide

Bij IVF wordt bij de vrouw van te voren een hormoon toegediend. Daarmee wordt de natuurlijke hormonale regulatie versterkt. Welk hormoon is dit?
A
FSH
B
oestrogeen
C
progesteron
D
testosteron

Slide 12 - Quiz

Bij welke afwijking is een IVF-behandeling voor de vrouw mogelijk een oplossing om toch zwanger te worden en de zwangerschap te voldragen?
A
Tijdens het begin van de zwangerschap wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten.
B
In de eileiders zijn verstoppingen aanwezig die de doorgang voor een eicel blokkeren.
C
Er treedt een sterke afweerreactie op tegen het embryo
D
De placenta vormt geen progesteron na 3 maanden.

Slide 13 - Quiz

In deze tekening zijn met cijfers follikels in verschillende stadia van ontwikkeling aangegeven. Slechts in één van deze stadia kan de eicel geoogst worden en is er een kans op een succesvolle bevruchting middels ivf. In welk stadium is dat?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

  • Hormonen (o.a. FSH) zorgen voor rijping meerdere eicellen
  • Aanzuiging follikels als ze groot genoeg zijn
  • Sperma wordt toegevoegd. 
  • In voedingsmedium vindt bevruchting plaats
  • Na 48-72 uur 8 cellig stadium (embryo)
  • Embryo wordt weer teruggeplaatst (implantatie)  baarmoeder

Slide 15 - Slide

Embryo terugplaatsing
  • Uit ongeveer 50% van de geoogste eicellen ontstaat een embryo. 
  • Afhankelijk van de situatie zullen er één of twee embryo's worden teruggeplaatst.
  • Ongeveer 30 tot 35% van alle vrouwen die een terugplaatsing krijgen worden zwanger.

Slide 16 - Slide

Overgebleven embryo's 
  • Overgebleven embryo's van goede kwaliteit worden ingevroren. 
  • De kansen op zwangerschap bij terugplaatsing van een ontdooid embryo zijn ongeveer 10-15%.
  •  Wat er met het 'overschot' aan embryo's moet gebeuren, is onderwerp van ethische discussies (donatie, vernietigd, wetenschap -> stamcelonderzoek)

Slide 17 - Slide

Intra cytoplasmatische sperma injectie
ICSI
-  Wordt gedaan bij een lage spermaproductie of lage spermakwaliteit.
- Een zaadcel wordt dwars door harde schil van eicel ingespoten.
- ICSI gaat samen met een IVF behandeling.





Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Prenatale diagnostiek

Om  erfelijke aandoenigen op te sporen.
Dit zijn ziektes die ontstaan door een afwijking (mutatie) in een gen. Die mutatie is van (één van) de ouders geërfd.


Slide 21 - Slide

Echoscopie
-Echografie is een techniek die
gebruik maakt van van ultrasonische
geluidsgolven.
-In het lichaam kaatsen de organen en weefselstructuren de geluidsgolven weer terug (vandaar de naam echo).
- Schatting van de verwachte bevallingsdatum
- Nekplooimeting

Slide 22 - Slide

Vlokkentest en Vruchtwaterpunctie



  • Er is een verhoogde kans op een kind met Downsyndroom of een andere chromosomale afwijking. 
  • De ouders hebben eerder een kind gekregen met een aangeboren afwijking.
  • In de directe familie komen kinderen voor met chromosomale aangeboren afwijkingen.

Slide 23 - Slide

Vlokkentest
- Vanaf 10 weken
- Vlokken van de placenta (embryonaal deel) worden opgezogen
- Deze vlokken bevatten cellen van de embryo
- De chromosomen/DNA worden onderzocht op afwijkingen
- Bijv het Syndroom van Down kan worden opgespoord
- Kans op een miskraam is 0,5%

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vruchtwaterpunctie
- Vanaf 16 weken
-Het vruchtwater wordt weggenomen via de buikwand. Dit gebeurt met een naald. 
- In het vruchtwater zitten lichaamscellen van het ongeboren kind. Deze worden onderzocht op afwijkingen in de chromosomen/DNA
- Kans op een miskraam is 0,3%

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Embryoselectie
- Gaat samen met een IVF/ICSI behandeling.
- Een cel wordt verwijderd uit een 8-cellig embryo.
- Deze wordt onderzocht op erfelijke afwijkingen
(Huntington, taaislijmziekte, erfelijke borst- en eierstokkanker).
- Een gezond embryo wordt teruggeplaatst in de baarmoeder.

Slide 28 - Slide

Vooruitblik
§4.5
Huiswerk
- Maken 4.4
- Lezen 4.5
- Herhalen!
Aan de slag
- Mk. §4.4
- Lz. §4.5
- Begrippenlijst maken
- Samenvatten/Mindmap maken
- Oefenen op www.biologiepagina.nl
HERHALEN

Slide 29 - Slide

Aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 4.4
2. Maken en nakijken opdrachten 4.4 
3. Herhaal hoofdstuk 1 (maak de oefentoets!) en hoofdstuk 4.

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen.

Volgende les: mogelijkheid tot vragen stellen, oefenvragen maken. 

Slide 30 - Slide