pvvt

Persoonsvorm verleden tijd
Werkwoordspelling - klas 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Persoonsvorm verleden tijd
Werkwoordspelling - klas 1

Slide 1 - Slide

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Stappenplan zwakke werkwoorden verleden tijd 

1) Schrijf de ik-vorm van het werkwoord op. 
2) Streep 'en' door van het hele werkwoord. 
3) Omcirkel de laatste letter. 
4) Kijk of de omcirkelde letter in TAXI KOFSCHIP zit. 
          Ja? --> te/ten achter de ik-vorm
          Nee? --> de/den achter de ik-vorm


Slide 3 - Slide

Voorbeelden
(verwoesten) De vulkaanuitbarsting _________________ vorige maand vele dorpen.

(beloven) Jake _____________ zijn mentor om de volgende keer beter te leren voor de toetsweek.


Slide 4 - Slide

(antwoorden) Wij ____________ heel snel op de vraag van mevrouw Mans.

Slide 5 - Open question

(poetsen) Mevrouw Kool ____________ goed haar tanden voordat ze naar de tandarts moest.

Slide 6 - Open question

(verhuizen) Mijn beste vriendin ___________ vorige maand naar Limburg.

Slide 7 - Open question

Klankveranderende werkwoorden/ sterke werkwoorden


In de verleden tijd verandert het werkwoord van klank. Bij deze werkwoorden gebruik je dus niet het TAXI KOFSCHIP.
Bijvoorbeeld: 
houden - ik hield
nemen - ik nam

Slide 8 - Slide

(gaan) Wij _________ met de brugklas op kamp naar Ellemeet.

Slide 9 - Open question

(vinden) _________ jij ook dat we veel moesten leren voor de toetsweek?

Slide 10 - Open question

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Link

Huiswerk
  • Werkboek 7.2 opdracht 12 (blz. 19) 
  • Werkblad werkwoordspelling verleden tijd 

1c: maandag 03/02 - 2de uur 
1d: maandag 03/02 - 3de uur 
1g: maandag 03/02 - 4de uur 

Slide 13 - Slide

Schrijven eigen boek

Slide 14 - Slide