W23 FA 2H H5 les 10

Bienvenue 2H2
Semaine 23
2 jusqu'au 5 juin
Chapitre 5
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bienvenue 2H2
Semaine 23
2 jusqu'au 5 juin
Chapitre 5

Slide 1 - Slide

La semaine dernière
Vorige week hebben jullie gewerkt aan een grammatica onderdeel; le passé composé. Dit was een stuk herhaling en een stukje nieuwe stof; le passé composé met het werkwoord être.

Het leerwerk van vorige week was vocabulaire  A & B.

Slide 2 - Slide

Cette semaine
Deze week doen jullie drie dingen:
  1. Vous allez réviser le passé composé. (jullie gaan de passé composé herhalen.)
  2. Vous lisez bron D: phrases clés et vous écrivez un message sur Facebook. (jullie lezen bron D: phrases clés en jullie schrijven een Facebook bericht)
  3. Vous faites bron E: regarder. (jullie maken bron E: regarder)

Slide 3 - Slide

Cette semaine
À la fin de cette semaine.... (aan het einde van deze week...)
hebben jullie :
  • extra geoefend met le passé composé
kunnen jullie:
  • vertellen over je vakantie
  • vertellen over een Franstalig land
weten jullie:
  • vocabulaire over vakantie

Slide 4 - Slide

Réviser
Jullie hebben opdrachten gemaakt over de passé composé.  We gaan aan de hand van een paar meerkeuzevragen kijken of alles is begrepen.

Beantwoord de vragen op de volgende slides.


Slide 5 - Slide

Uit hoeveel woorden bestaat de passé composé?

Slide 6 - Open question

Wat is de juiste vertaling van:
Hij is gegaan.
A
Il est allé
B
Elle est allé
C
Il est allée
D
Elle est allée

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:
Wij zijn gebleven.
A
Nous sommes resté
B
Nous sommes restée
C
Nous sommes restés
D
Nous sommes restées

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:
Mevrouw, u bent binnengekomen.
A
Madame, vous êtes entré
B
Madame, vous êtes entrée
C
Madame, vous êtes entrés
D
Madame, vous êtes entrées

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:
Jij bent geweest
A
Tu es été
B
Tu es étée
C
Tu as été
D
Tu as étée

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:
Zij hebben gedaan.
A
Ils ont fait
B
Ils sont fait
C
Ils ont faits
D
Ils sont faits

Slide 11 - Quiz

Réviser
Heb je na het maken van deze slides nog vragen of is iets onduidelijk?
  1. Noteer je vraag.
  2. Neem contact op via Magister (of neem je vraag mee naar de les, wanneer je deze week Frans hebt).
  3. Je kan natuurlijk ook altijd de les van vorige week bekijken en/of de uitleg in je livre d'exercices bekijken.

Slide 12 - Slide

Cette semaine
Jullie hebben de eerste taak nu gedaan.
  1. Vous allez réviser le passé composé. (jullie gaan de passé composé herhalen.)
Ga nu aan de slag met de volgende twee taken:
  1. Vous lisez bron D: phrases clés et vous écrivez un message sur Facebook. (jullie lezen bron D: phrases clés en jullie schrijven een Facebook bericht)
  2. Vous faites bron E: regarder. (jullie maken bron E: regarder)

Slide 13 - Slide

Les devoirs
Faire: Chap 5 ex 18 à 21
Ex 18: gebruik je phrases clés van bron D of vanaf p. 154 livre de textes.
Apprendre: Voc A, B & E (p.42 & 43 livre d'éxercices B)
à = tot en met


Vous faites les exercices dans votre cahier d'activités en ligne.
In je online werkboek kan ik goed je vooruitgang zien en bijhouden.


Slide 14 - Slide

Leertips Vocabulaire
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 15 - Slide