1.3-1

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
10 min
Werkblad tekenen
10 min
Bespreken werkblad
05 min
Lenzenpracticum
15 min
Uitleg paragraaf 1.3 deel 1
10 min
Maken paragraaf 1.3 deel 1
10 min
Lesafsluiting
05 min
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
10 min
Werkblad tekenen
10 min
Bespreken werkblad
05 min
Lenzenpracticum
15 min
Uitleg paragraaf 1.3 deel 1
10 min
Maken paragraaf 1.3 deel 1
10 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 1 - Slide

Lesplanning:
  • Dinsdag 7 nov:          Paragraaf 1.3 deel 1
  • Woensdag 8 nov:     Paragraaf 1.3 deel 2
  • Dinsdag 14 nov:         Paragraaf 1.4
  • Woensdag 15 nov:    Herhalingsles H1 + Paragraaf 1.5
  • Dinsdag 21 nov:         SO H1 Paragraaf 1 t/m 5

Slide 2 - Slide

Opdracht:
Wat? Maak het werkblad
Hoe? Zelfstandig, overleggen mag fluisterend
Tijd? 10 minuten
Resultaat? Je hebt geoefend met tekeningen
Klaar? Lees paragraaf 1.3 door
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Paragraaf 1.3: Lenzen

Slide 10 - Slide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les kun je:
  • Benoemen welke lenzen er zijn
  • Beschrijven wat die lenzen met lichtstralen doen
  • Werken met lenzen en lichtkastjes

Slide 11 - Slide

Practicum
  • Wat? Voer het practicum uit en vul het blad in
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 20 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak paragraaf 1.3 opdracht 48 t/m 55
timer
20:00

Slide 12 - Slide

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen).

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen).

Slide 13 - Slide

Werking van lenzen

  • Een bolle lens (+) heeft een convergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens naar elkaar toe gaan. 

Slide 14 - Slide

Werking van lenzen

  • Een holle lens (-) heeft een divergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens van elkaar af gaan. 

Slide 15 - Slide

Positieve lenzen
Met een positieve lens kun je een voorwerp vergroot of verkleind afbeelden

Slide 16 - Slide

Positieve of bolle lenzen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Brandpunt - F
1
2
4
3

Slide 19 - Slide

Holle lens
Een holle lens werkt divergerend: de lichtstralen gaan uit elkaar. 

Slide 20 - Slide

 Lenzen
Lenzen teken je als een rechte streep met een Plus(positieve lens) of een min(negatieve lens) erboven.

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.3 opdracht 48 t/m 55
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? Tot einde van de les
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 56 t/m 60

Slide 22 - Slide

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(1) Een lichtstraal die door het midden van een lens gaat verandert niet van richting.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Beeldconstructie

Slide 26 - Slide

Bij projecteren ontstaat een beeld op het scherm. Alleen als je het scherm op de juiste plek zet krijg je een scherp beeld.

De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.

Slide 27 - Slide

Voor een goede foto moet de afstand tussen de lens en de beeldchip verstellen zodat foto scherp gesteld is.

Ook bij een beamer verander je de afstand tussen de LCD scherm en de lens.

Slide 28 - Slide

Constructiestraal
De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.


Constructiestraal =
Een lichtstraal die je gebruikt om het beeld te tekenen.

Slide 29 - Slide

Construeren van beeld
We doen het altijd met drie lichtstralen

1  - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na de lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door het brandpunt en na de lens evenwijdig      aan de hoofdas.

Slide 30 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 31 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.3 opdracht 61 t/m 63, 65 t/m 67 + 71 t/m 74
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 20 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 75 t/m 79
timer
20:00

Slide 34 - Slide

Af voor de volgende les
Paragraaf 1.2 opdracht 25 t/m 29 en 34 t/m 39

Slide 35 - Slide