1.3

Wat gaan we vandaag doen?

  • Uitleg lenzen deel 1                     10 min
  • Maken opdrachten                       10 min
  • Uitleg lenzen deel 2                                            15 min 
  • Maken opdrachten                     15 min
  • Lesafsluiting                                                   5 min
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

  • Uitleg lenzen deel 1                     10 min
  • Maken opdrachten                       10 min
  • Uitleg lenzen deel 2                                            15 min 
  • Maken opdrachten                     15 min
  • Lesafsluiting                                                   5 min

Slide 1 - Slide

LENZEN 

Slide 2 - Slide

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen).

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen).

Slide 3 - Slide

Werking van lenzen

  • Een bolle lens (+) heeft een convergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens naar elkaar toe gaan. 

Slide 4 - Slide

Werking van lenzen

  • Een holle lens (-) heeft een divergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens van elkaar af gaan. 

Slide 5 - Slide

Positieve lenzen
Met een positieve lens kun je een voorwerp vergroot of verkleind afbeelden

Slide 6 - Slide

Positieve of bolle lenzen

Slide 7 - Slide

 Lenzen
Lenzen teken je als een rechte streep met een Plus(positieve lens) of een min(negatieve lens) erboven.

Slide 8 - Slide

Brandpunt - F
1
2
4
3

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Maak popdrachten
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 10 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 56 t/m 60
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Beeld tekenen
Om te bepalen hoe groot het scherpe beeld op het scherm is, maak je een tekening. 
Je gebruikt een belangrijke eigenschap van lichtstralen bij lenzen.

(1) Een lichtstraal die door het midden van een lens gaat verandert niet van richting.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Beeldconstructie

Slide 14 - Slide

Bij projecteren ontstaat een beeld op het scherm. Alleen als je het scherm op de juiste plek zet krijg je een scherp beeld.

De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.

Slide 15 - Slide

Voor een goede foto moet de afstand tussen de lens en de beeldchip verstellen zodat foto scherp gesteld is.

Ook bij een beamer verander je de afstand tussen de LCD scherm en de lens.

Slide 16 - Slide

Constructiestraal
De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.


Constructiestraal =
Een lichtstraal die je gebruikt om het beeld te tekenen.

Slide 17 - Slide

Construeren van beeld
We doen het altijd met drie lichtstralen

1  - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na de lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door het brandpunt en na de lens evenwijdig      aan de hoofdas.

Slide 18 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 19 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.3 opdracht 61 t/m 63, 65 t/m 67 + 71 t/m 74
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 20 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 75 t/m 79
timer
20:00

Slide 22 - Slide

Af voor de volgende les
Paragraaf 1.2 opdracht 25 t/m 29 en 34 t/m 39

Slide 23 - Slide