Present Continuous

Present Continuous
Tegenwoordige tijd in duurvorm
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Present Continuous
Tegenwoordige tijd in duurvorm

Slide 1 - Slide

Introductie
De present continuous is een speciale vorm van de tegenwoordige tijd. Het is de ‘duurvorm’ van de tegenwoordige tijd.

Je gebruikt deze vorm om te zeggen wat er op dit moment aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.
Bijvoorbeeld:
Look! It’s snowing outside.
They are watching video clips.

Slide 2 - Slide

Hoe maak je de present continuous?
De present continuous maak je met een vorm van to be gevolgd door een werkwoord met de uitgang -ing.
I am
You are
He is / She is / It is
We are                                           watching a film.
You are
They are

Slide 3 - Slide

Gebruik van de present continuous
Je gebruikt de present continuous om aan te geven dat iets nu aan de gang is, op dit moment. In het Nederlands gebruik je dan vaak ‘zit te’, ‘sta te’, ‘aan het …’.
What are you doing? I’m chatting with a friend.

Slide 4 - Slide

Extra voorbeelden

I’m walking along the beach. What are you doing?

Is Carol sleeping? No, not yet. She’s brushing her teeth.

We’re just leaving the bus station. We’ll see you in ten minutes.

Right now, the sun isn’t shining.



Slide 5 - Slide

Irritatie
De present continuous gebruik je bij uitzondering ook om irritatie mee uit te drukken, meestal in combinatie met always:
My brothers are always shouting at me!
Ruth is constantly using my smartphone!

Slide 6 - Slide

Let op!
Je gebruikt geen present continuous als iets soms, vaak, altijd (of nooit) gebeurt of in het algemeen zo is. Dan gebruik je de present simple:
I often watch Breakfast News.
She plays tennis and football.
I never drink milk.
De present continuous gebruik je alleen als iets nu aan de gang is, op dit moment, en bij irritatie (dan kan de present continuous wel samen met always voorkomen).

Slide 7 - Slide

Samenvatting

Slide 8 - Slide

Vertaal in het Engels:
Ik sta op de bus te wachten. Wat ben jij aan het doen?

Slide 9 - Open question

Vertaal in het Engels:
Ja, ze zit te werken. Ze is een rapport aan het schrijven.

Slide 10 - Open question

Vertaal in het Engels:
Mijn broer zit altijd stomme vragen te stellen!

Slide 11 - Open question

Vertaal in het Engels:
Ik drink altijd groene thee.

Slide 12 - Open question

Vertaal in het Engels:
De dokter is met een patiënt aan het praten.

Slide 13 - Open question