Les 25 verbanden tussen alinea's

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom allemaal 

- jassen uit, tassen van de tafel 
- spullen pakken: boeken, laptop, pen/potlood aantekeningenmap etc. 
- telefoons in 't zakkie 

--> starten met NUMO 

Signaalwoorden

Het programma 

het lesdoel 

uitleg les 25 
klassikaal oefenen in LessonUp
zelfstandig opdrachten maken 
nakijken 

terugkoppeling: belangrijkste begrippen + lesdoel 

Het lesdoel 

Aan het einde van de les kan ik signaalwoorden en tekstverbanden herkennen in een tekst. 

Welk signaalwoord hoort bij een tegenstelling?

1. ook
2. eerste
3. echter
4. waarmee

Welk signaalwoord hoort bij een opsomming?

1. ook
2. daarentegen
3. dat houdt in
4. bijvoorbeeld

Welk signaalwoord hoort bij een conclusie?

1. daarna
2. dus
3. zo
4. enzovoort

Welk signaalwoord hoort bij een oorzaak-gevolg ?

1. waardoor
2. samenvattend
3. daarnaast
4. met behulp van

Welk signaalwoord hoort bij een mening-argument?

1. toen
2. kortom
3. dus
4. want

Vak Belangrijk 

We lezen gezamenlijk het vak Belangrijk. 

Instructie 

Je maakt les 25 opdracht 4, 5, 6, 7, 8 en 9. 
Je mag elkaar helpen (fluisteren). 
Je hebt 10-15 minuten. 
Aan het einde gaan we nakijken. 

Antwoorden 

Belangrijkste begrippen

Alineaverbanden = alinea's hebben met elkaar te maken 
signaalwoorden = verbanden worden aangegeven met signaalwoorden 

Voorbeeld: 
tekstverband = tegenstelling
signaalwoorden = maar, echter, daarentegen, desondanks etc. 

Vraag 12

- Maak groepen van 4 leerlingen. Iedere groep krijgt een mening: voor of tegen troeptrimmer

- Bespreek in je groep jullie  argumenten over troeptrimmen.

- Daarna: debat

Ieder groepje levert 1 spreker; deze spreker gaat in discussie met de spreker van een andere groep.

Het lesdoel 

Aan het einde van de les kan ik signaalwoorden en tekstverbanden herkennen in een tekst.