Les 2 Week 36

Thema 2 Voeding en vertering
BS1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en vertering
BS1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
2. Ik kan 6 groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken. 

Slide 2 - Slide

Plantaardige voedingsmiddelen

Slide 3 - Slide

Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 4 - Slide

Functies van voedingsstoffen
  • Brandstof
  • Bouwstof
  • Reservestof
  • Beschermende stof

Slide 5 - Slide

De 6 voedingsstoffen
1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten
4. Water
5. Mineralen
6. Vitaminen

Slide 6 - Slide

Eiwitten
Bouwstoffen voor het maken van cytoplasma en spieren. Soms ook ingezet als brandstoffen.

Slide 7 - Slide

Koolhydraten
Dit zijn onder andere suikers. Het zijn vooral brandstoffen. Krijg je teveel binnen, dan wordt het omgezet naar vet. 

Slide 8 - Slide

Vetten
Dienen als brandstof, maar ook als bouwstof en reservestof. Als je te veel vetten eet, wordt je dikker. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Vitaminen 
Vitaminen: bouwstof en beschermende stof. Als je te weinig binnen krijgt wordt je ziek. Ze worden aangeduid met A, B, C, D en K. D maak je door in de zon te komen. A (retinol) zit in wortels. K krijgen baby'tjes als injectie als ze net geboren zijn, dat helpt bij de bloedstolling.

Slide 11 - Slide

Mineralen
Mineralen zijn zouten, bijvoorbeeld calcium (melk is goed voor elk) en ijzer wat in spinazie zit. Mineralen zijn beschermende stoffen, je hebt ze nodig om gezond te blijven. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Voedingsvezel


Zijn plantaardige stoffen die je niet kunt verteren. Ze zijn wel goed voor de darmperistaltiek. Of wel, je kunt er goed van poepen. 

Slide 15 - Slide