BVJ Het verteringsstelsel

2.4 Vertering
Welke organen van het verteringsstelsel kan je al benoemen?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.4 Vertering
Welke organen van het verteringsstelsel kan je al benoemen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les

  • Je kan de organen van het verteringsstelsel noemen met hun functies en kenmerken
  • Je weet wat  verteringssappen zijn en doen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kijkvraag
Wat is de overeenkomst tussen de verteringsklieren?
Overeenkomst is een signaalwoord.
Wat hebben of doen de verteringsklieren
 hetzelfde?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar begint en waar eindigt het?
Ons spijsverteringskanaal loopt van mond tot kont

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Het verteringsstelsel
In het verteringsstelsel liggen verschillende verteringsklieren.
De verteringsklieren maken verteringssappen.

Voorbeelden van verteringsklieren: speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren.

Voorbeelden van verteringssappen: speeksel, maagsap, gal, darmsap
In verteringssappen zitten enzymen
Verteringssappen maken voedsel klein (m.b.v. enzymen)
Zo kunnen voedingsstoffen makkelijker via de (dunne) darm opgenomen worden in je bloed.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de volgorde van het verteringsstelsel?
A
mondholte → slokdarm → maag → dunne darm → twaalfvingerige darm → dikke darm → endeldarm
B
dikke darm → dunne darm → twaalfvingerige darm → maag → slokdarm → mondholte → endeldarm
C
slokdarm → mondholte → maag → twaalfvingerige darm → dunne darm → dikke darm → endeldarm
D
mondholte → slokdarm → maag → twaalfvingerige darm → dunne darm → dikke darm → endeldarm

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Emulgeren
In het lichaam van de mens werkt gal, geproduceerd in de lever, als emulgator van vet. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Onverteerde resten noemen we voedingsvezels.
De peristalitiek gaat daardoor beter.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Het Gebit

snijtanden-gebruik je om stukken van het voedsel af te bijten
hoektanden-gebruik je ook om eten af te bijten, maar zijn iets puntiger
kiezen- vermalen het voedsel (zo kan het speeksel er makkelijker bij)

mechanische vertering

Helpt bij de vertering

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je gebit verzorgen
Door je gebit te poetsen, verwijder je tandplak van je tanden en kiezen.
Tandplak is een zacht en kleverig laagje van voedselresten op je tanden en kiezen.
In tandplak zitten bacteriën en zuren die je glazuur en tandbeen aantasten.



cariës=gaatje
Wat vind jij mooier?
Wat moet je doen om geen ontstoken tandvlees of een gaatje te krijgen?

Slide 13 - Slide


Zij zetten suiker uit het voedsel om in zuur. Dit zuur maakt het glazuur van de tanden en kiezen kapot. Het vormen van zuur gebeurt vooral op het moment dat je eet of vlak erna. Er kunnen gaatjes ontstaan.
Mechanische vertering:
  • kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek

Chemische vertering:
  • het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Vormen van vertering

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn mechanische vertering en chemische vertering?
A
Mechanisch: met enzymen Chemisch: door kauwen
B
Mechanisch: door kauwen Chemisch: met enzymen
C
Mechanisch: door kauwen Chemisch: door kauwen
D
Mechanisch: met enzymen Chemisch: met enzymen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Kijkvraag
Wat is de overeenkomst tussen de verteringsklieren?
Overeenkomst is een signaalwoord.
Wat hebben of doen de verteringsklieren
 hetzelfde?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (je mag je boek gebruiken)
  • Teken het verteringsstelsel (dus de verteringsorganen)
  • Zet de namen van de organen erbij
  • Geef in je tekening  aan wat de verteringsklieren zijn (pijl bij het orgaan)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions