Les 7 - 14012025 - Communicatie & Schoonmaken

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

WELKOM KLAS 5!

JdW-klimwijzer

Startklaar

• Jassen uit.
• Oordopjes uit.
• Kauwgom uit. 
• Telefoon in zakkie in je tas.
• Tas onder je tafel.
• Ga op je plek zitten.

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhaling vorige les.
• Theorie open en gesloten vragen.
• Opdracht open en gesloten vragen.
• Oefenen open en gesloten vragen. 
• Praktijkopdrachten. 
• Nabespreken praktijkopdrachten. 
• Terugblikken op de lesdoelen en  les. 
• Afsluiting van de les. 

Lesdoelen:

• Na de les kan ik open en gesloten vragen stellen. (T1)
• Na de les kan ik professioneel stofzuigen, strijken, stofwissen, vlakmoppen, ramen zemen, een ruimte professioneel schoonmaken volgens de opstelde criteria (T1). 

Denken Duo Delen

Wat weet je nog van de vorige les? 

• Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

• Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
• Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.

Open en gesloten vragen

Open vragen zijn vragen waarop je meer kunt vertellen. Je kunt een lang antwoord geven. Bijvoorbeeld:

"Wat heb je vandaag gedaan?"

"Hoe voel je je?"

Gesloten vragen zijn vragen waarop je meestal maar kort kunt antwoorden, zoals "ja" of "nee". Bijvoorbeeld:

"Heb je honger?"

"Is het koud buiten?"

Dus bij een open vraag kun je veel vertellen, en bij een gesloten vraag geef je meestal een kort antwoord.

Opdracht herkennen van open en gesloten vragen.

Hoe: Je krijgt van de docent een blad met open en gesloten vragen. 

Tijd: 10 minuten

Wat: Je gaat in tweetallen de vragen lezen en aankruisen of het open of gesloten vragen zijn. 

Resultaat: Je begrijpt wat open en gesloten vragen zijn. 

Klaar: je blijft rustig op je plek zitten en wacht op een signaal van de docent. 

Oefenen met vragen stellen

Hoe: Je krijgt van de docent een bingoblad

Tijd: 15 minuten

Wat: Je gaat in tweetallen vragen aan elkaar stellen die op het blad staan. Je stelt de vraag over jezelf en de ander moet het goede antwoordt over jou geven. Als het antwoordt goed is dan mag je het vakje afstrepen. Je hebt een bingo als je horizontaal, verticaal of diagonaal alle hokjes hebt kunnen afstrepen. 

Resultaat: Je hebt zelf kunnen oefenen met het stellen van open of gesloten vragen. 

Klaar: je blijft rustig op je plek zitten en wacht op een signaal van de docent. 

Oefenen met vragen stellen

Hoe: Spel wie of wat ben ik? Je krijgt van de docent een blaadje. Hierop staat een naam, dier, voorwerp.  De ander persoon moet raden wat hij of zij. 

Tijd: 10 minuten

Wat: Je moet raden wie of wat je bent door gesloten vragen te stellen. Er mag alleen met ja of nee geantwoordt worden. 

Resultaat: Je hebt kunnen oefenen met het stellen van  gesloten vragen. 

Klaar: Je blijft rustig op je plek zitten en wacht op een signaal van de docent. 

Oefenen met vragen stellen

Hoe: Spel zeg geen ja, zeg geen nee

Tijd: 10 minuten

Wat: Je gaat in tweetallen met elkaar in gesprek. 1 persoon stelt (open vragen) de ander mag geen JA of NEE antwoorden. Probeer het gesprek zo lang mogelijk te voeren (minimaal 2 minuten). Bij 3 keer JA of NEE geantwoordt te hebben ben je af. Je draait de rollen om. 

Resultaat: Je hebt kunnen oefenen met het stellen van  gesloten vragen. 

Klaar: Je blijft rustig op je plek zitten en wacht op een signaal van de docent. 

Denken Duo Delen

Na de les kan ik open en gesloten vragen stellen. (T1)

• Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

• Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
• Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.

Aan de slag!

• Ramen zemen
• Aula opruimen en schoonmaken
• Strijken
• Stofwissen
• Docentenkamer opruimen en schoonmaken
• Vlakmoppen

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Terugblikken op de les en leerdoelen:

1. Na de les kan ik open en gesloten vragen stellen. (T1)

2.Na de les kan ik professioneel stofzuigen, strijken, stofwissen, vlakmoppen, ramen zemen, een ruimte professioneel schoonmaken volgens de opstelde criteria (T1). 

Leerdoelenkaart:

1. Pak je map en je leerdoelenkaart erbij. 
2. Lees de kaart goed door.
3. Welke leerdoelen heb je al behaald?
4. Zet een kruisje bij de leerdoelen die je hebt behaald.
5. Zet de leerdoelenkaart in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Wat vond ik van de les?

😒🙁😐🙂😃

Vandaag heb ik geleerd: