Les 6 - 10012025 - Communicatie

WELKOM KLAS 5!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM KLAS 5!

Slide 1 - Slide

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Slide

Startklaar
  • Jassen uit.
  • Oordopjes uit.
  • Kauwgom uit. 
  • Telefoon in zakkie in je tas.
  • Tas onder je tafel.
  • Ga op je plek zitten.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Theorie communiceren en communicatieschema.
  • Opdracht communicatieschema.
  • Theorie open en gesloten vragen.
  • Opdracht open en gesloten vragen.
  • Oefenen open en gesloten vragen. 
  • Terugblikken op de les. 
  • Leerdoelen doornemen en afvinken.
  • Afsluiting van de les. 

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
  • Na les kan ik uitleggen wat het begrip communiceren betekent.
  • Na de les kan ik benoemen op welke verschillende manieren je kan communiceren.
  • Na de les kan ik open en gesloten vragen stellen. 

Slide 5 - Slide

Denken Duo Delen
Wat weet je over communiceren?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Communiceren betekent..........................
Communiceren betekent met elkaar praten, schrijven of iets laten zien om informatie te delen. Het kan ook door middel van lichaamstaal, zoals glimlachen, knikken of handgebaren. Wanneer je communiceert, vertel je iemand iets of vraag je iets. Het doel van communiceren is om elkaar te begrijpen.

Slide 7 - Slide

Er zijn verschillende soorten communicatie
  • Verbale communicatie
  • Non verbale communicatie
  • Formele communicatie
  • Informele communicatie
  • Professionele communicatie

Slide 8 - Slide

Op welke manieren kun je met elkaar communiceren?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Oefenen
Lees de onderstaande zinnen en bedenk in tweetallen:
-wie is de zender
- wat is de boodschap
- wie is de ontvanger
- welk kanaal wordt er gebruikt
- wat is de bedoeling

1. De leraar zegt tegen de leerlingen ‘’pak je boeken’’.
2. Een moeder roept tegen haar zoon ''doe de deur dicht''.
3. De buurman vraagt in de groepsapp ''is iemand zijn kat kwijt''?
4. Een vriend stuurt jou een whatsapp bericht ''kom je zaterdag naar mijn feest''.
5. Een baas stuurt alle medewerkers een e-mail ''jullie rapporten moet voor vrijdag 12 uur af zijn''. 
6. Een kind mag geen ijsje van zijn vader. Hij kijkt boos en zit met zijn armen over elkaar. 

Slide 11 - Slide

Waarom is het belangrijk, als je in de zorgsector werkt dat je goede vragen kunt stellen?

Slide 12 - Open question

Open en gesloten vragen
Open vragen zijn vragen waarop je meer kunt vertellen. Je kunt een lang antwoord geven. Bijvoorbeeld:
"Wat heb je vandaag gedaan?"
"Hoe voel je je?"

Gesloten vragen zijn vragen waarop je meestal maar kort kunt antwoorden, zoals "ja" of "nee". Bijvoorbeeld:
"Heb je honger?"
"Is het koud buiten?"

Dus bij een open vraag kun je veel vertellen, en bij een gesloten vraag geef je meestal een kort antwoord.

Slide 13 - Slide

Opdracht herkennen van open en gesloten vragen.
Hoe: Je krijgt van de docent een blad met open en gesloten vragen. 

Tijd: 10 minuten

Wat: Je gaat in tweetallen de vragen lezen en opschrijven of het open of gesloten vragen zijn. 

Resultaat: Je begrijpt wat open en gesloten vragen zijn. 

Klaar: je blijft rustig op je plek zitten en wacht op een signaal van de docent. 



timer
10:00

Slide 14 - Slide

Oefenen met vragen stellen
Hoe: Je krijgt van de docent een bingoblad
Tijd: 10 minuten
Wat: Je gaat in tweetallen vragen aan elkaar stellen die op het blad staan. Je stelt de vraag over jezelf en de ander moet het goede antwoordt over jou geven. Als het antwoordt goed is dan mag je het vakje afstrepen. Je hebt een bingo als je horizontaal, verticaal of diagonaal alle hokjes hebt kunnen afstrepen. 
Resultaat: Je hebt zelf kunnen oefenen met het stellen van open of gesloten vragen. 
Klaar: je blijft rustig op je plek zitten en wacht op een signaal van de docent. 



timer
10:00

Slide 15 - Slide

Terugblikken op de les en leerdoelen:

Slide 16 - Slide

Denken Duo Delen
Wat weet je nu over communiceren en op welke manieren kun je dit doen?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Leerdoelenkaart:
  1. Pak je map en je leerdoelenkaart erbij. 
  2. Lees de kaart goed door.
  3. Welke leerdoelen heb je al behaald?
  4. Zet een kruisje bij de leerdoelen die je hebt behaald.
  5. Zet de leerdoelenkaart in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Slide 18 - Slide

Wat vond ik van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Vandaag heb ik geleerd:

Slide 20 - Mind map