2.1 intervalnotatie +soorten stijgen/dalen

Intervalnotatie
Met een interval kun je een gebied aangeven op een getallenlijn.

Een dicht rondje betekent dat een getal meedoet!  
Dat is het geval gebruik je rechte haakje(s) [-3,4]

Een open rondje betekent dat een getal niet meedoet!  
Dat is het geval gebruik je een puntig haakje <-3,4]
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Intervalnotatie
Met een interval kun je een gebied aangeven op een getallenlijn.

Een dicht rondje betekent dat een getal meedoet!  
Dat is het geval gebruik je rechte haakje(s) [-3,4]

Een open rondje betekent dat een getal niet meedoet!  
Dat is het geval gebruik je een puntig haakje <-3,4]

Slide 1 - Slide

Tekens
< is kleiner dan                    ≤ is kleiner of gelijk aan           
> is groter dan                    ≥ is groter of gelijk aan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 2 - Slide

Overzicht intervallen

Slide 3 - Slide

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-7,-2]
B
<-7,-2]
C
<←,-2]
D
[7,-2>

Slide 4 - Quiz

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-1,4]
B
<-1,4]
C
[-1,4>
D
<-1,4>

Slide 5 - Quiz

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-3,2]
B
<-3,→]
C
[-3,→>
D
[-3,2>

Slide 6 - Quiz

Noteer het interval op de getallenlijn als ongelijkheid

Slide 7 - Open question

Noteer het interval op de getallenlijn als ongelijkheid

Slide 8 - Open question

Noteer het interval op de getallenlijn als ongelijkheid

Slide 9 - Open question

Het interval [0, 5] betekent
timer
0:15
A
0<x<5
B
0≤x≤5
C
0<x≤5
D
geen idee

Slide 10 - Quiz

x>-3 is in intervalnotatie
timer
0:15
A
<-3, → >
B
[-3, → >
C
<←, -3>
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
1,5 ≤ x < 8
B
x < 8
C
1,5 ≤ x ≤ 8
D
1,5 < x < 8

Slide 12 - Quiz

waar is het interval x ≤ -4 of x>0 getekend?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
x > 6
B
x < 6
C
x ≥ 6
D
x ≤ 6

Slide 14 - Quiz

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
-2 ≤ x ≤ 7
B
-2 ≤ x < 7
C
-2 < x ≤ 7
D
-2 < x < 7

Slide 15 - Quiz

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
3 < x > 11
B
3 ≤ x ≥ 11
C
x < 3 of x > 11
D
x ≤ 3 of x ≥ 11

Slide 16 - Quiz

Waar is het interval
x < 5 of x > 12
getekend?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Schrijf in de intervalnotatie
A
x < -1 of x > 6
B
x < -1
C
x ≤ -1 of x ≥ 6
D
x ≥ 6

Slide 18 - Quiz

Uitleg soorten stijgen en dalen

Slide 19 - Slide

vb soorten stijgen en dalen

Slide 20 - Slide

constante stijging
constante daling
toenemende stijging
toenemende daling
afnemende stijging
afnemende daling

Slide 21 - Drag question