Observeren, interpreteren, registreren en rapporteren

Observeren, interpreteren, registreren en rapporteren
1 / 69
next
Slide 1: Slide
VerzorgingSecundair onderwijs

This lesson contains 69 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Observeren, interpreteren, registreren en rapporteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je observeren, interpreteren, registreren en rapporteren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent observeren voor jullie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Oefening observeren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Observeren 
Observeren = bewust/gericht waarnemen met een bepaald doel in een bepaalde situatie. De aandacht is gericht op wat jij wilt weten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jullie het doel van observeren?
Wat is volgens jullie het doel van observeren?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Som 3 situaties op waarbij je observeert in de zorg-en welzijnssector?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Observeren
Aan welke eisen moet een goede observatie voldoen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Gezondheidspatronen Gordon
11 patronen 
= hulpmiddel om je klant/zorgvrager
te leren kennen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

wat betekent waarnemen voor jullie?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Waarnemen
Waarnemen = iets opmerken via een of meer van je zintuigen. Toevallig informatie binnenkrijgen via meerdere toegangskanalen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke zintuigen ken je?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke factoren kunnen je vermogen tot observeren en waarnemen beïnvloeden?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Factoren
Fysiologische factoren
psychologische factoren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Handboek
Pagina 165 tot 170

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

wat betekent interpreteren voor jullie?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Oefening
We kijken naar een afbeelding
We maken 2 kolommen
1. Observatie
2.Interpretatie

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

interpreteren, 5 criteria
1. kijk uit verschillende invalshoeken (tunnelvisie!)
2.weten wat de situatie en achtergrond zijn
3. kijken is begrijpen
4. afstand nemen
5. creatieve verbeelding

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Interpreteren is subjectief door verschillende factoren?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wie leest er voor?
Ervaring en voorkennis
emoties
attributiefouten (oorzaak en gevolg)
context en verwachtingspatroon
veralgemeningen
individueel referentiekader

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Handboek pagina 171-173

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat is registreren?

Slide 36 - Mind map

This item has no instructions

Wat is registreren?
Registreren is het nauwkeurig en objectief vastleggen van de waargenomen informatie.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Waarom is registeren belangrijk?

Slide 38 - Mind map

This item has no instructions

Welke vragen stel ik mij bij het registreren?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Registreren
- Om welke reden observeer ik of wat wil ik weten?
- Wie of wat wil ik observeren?
- Hoeveel tijd heb ik tot mijn beschikking?
- Wat kan ik en wat kan ik niet?
- Wat zijn de mogelijkheden op de werkplek?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Handboek pagina 174

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat is rapporteren?

Slide 42 - Mind map

This item has no instructions

Wat is rapporteren?
Rapporteren is het overbrengen van de waargenomen informatie aan relevante partijen.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Rapporteren
Welke manieren van rapporteren zijn er?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de voor-en nadelen van een schriftelijke of mondelinge rapportage?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Interactieve oefening: Rapporteren
Stel je voor dat je een rapport moet schrijven over de situatie waarin een patiënt zich bevindt. Wat zou je opnemen in je rapport?

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Per drie
1. dementerende patiënt
          2.Patiënt na een hartoperatie
3.Patiënt met diabetis
4. patiënt met uitscheidingsproblemen
5. een kind dat vaak weent
6.een patiënt die niet wil eten

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Handboek pagina 175-179

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Belang van observeren, interpreteren, registreren en rapporteren
Het correct uitvoeren van deze stappen is essentieel voor het bieden van goede zorg en het creëren van een veilige omgeving voor patiënten.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Praktische toepassing
Bedenk een situatie waarin je observeren, interpreteren, registreren en rapporteren zou moeten gebruiken. Bespreek dit in groepjes van 2 en deel de resultaten.

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

De nachtverpleegkundige noteert het verloop van de nacht van de patiënten voor de ochtendploeg
A
Waarnemen
B
Observeren
C
Interpreteren
D
Rapporteren

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Ik wandel alleen door de schoolgangen en plots schrik ik door het hard dichtslaan van een deur
A
Waarnemen
B
Observeren
C
Interpreteren
D
Rapporteren

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

De eindevaluatie die ik krijg na afloop van mijn stage valt in de categorie van...
A
Waarnemen
B
Observeren
C
Interpreteren
D
Rapporteren

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions

Marie (eerste kleuterklas) huilt in de refter bij het zien van haar bord spaghetti - ik denk dat zij dit niet lust?
A
Waarnemen
B
Observeren
C
Interpreteren
D
Rapporteren

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions

Een jongen/meisje staart me gedurende de hele middagpauze aan, zou ze interesse in me hebben?
A
Waarnemen
B
Observeren
C
Interpreteren
D
Rapporteren

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Welke observatie is meest objectief en meest nauwkeurig?
A
M zei: "ik durf mijn bed niet uit". Hij trilde
B
M durfde zijn bed niet uit. Hij trilde van angst

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Welke observatie is meest objectief en meest nauwkeurig?
A
C is erg vergeetachtig
B
C kwam niet op de afspraak bij de kapper

Slide 59 - Quiz

This item has no instructions

Welke observatie is meest objectief en meest nauwkeurig?
A
Tijdens het koffiemoment schreeuwde hij.
B
Tijdens het koffiemoment was hij agressief.

Slide 60 - Quiz

This item has no instructions

Welke observatie is meest objectief en meest nauwkeurig?
A
L loopt traag door de gang en gaat de kamer van Z binnen
B
L is gedesoriënteerd

Slide 61 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw Stol heeft vocht in beide onderbenen. De omvang van haar kuiten is 45 cm
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 62 - Quiz

This item has no instructions

Welke observatie is meest objectief en meest nauwkeurig?
A
G is somber
B
G staart voor zich uit en zegt niets

Slide 63 - Quiz

This item has no instructions

Welke observatie is meest objectief en meest nauwkeurig?
A
Ze is verward
B
Ze trekt haar onderbroek aan boven haar broek

Slide 64 - Quiz

This item has no instructions

Wat is objectief?
A
De feiten
B
Je mening

Slide 65 - Quiz

This item has no instructions

'Meneer Peeters zal wel weer klachten hebben over het eten!' is een
A
Objectieve observatie
B
Subjectieve observatie

Slide 66 - Quiz

This item has no instructions

Mevr. J heeft 8 keer gevraagd vandaag of ze naar huis mocht. Ze liep de hele middag rondjes.
A
objectief
B
subjectief

Slide 67 - Quiz

This item has no instructions

Reflectievraag
Wat heb je vandaag geleerd over observeren, interpreteren, registreren en rapporteren? Hoe ga je deze kennis toepassen in de praktijk?

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 69 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.