Het bezittelijk voornaamwoord TVR

Het bezittelijk voornaamwoord 
Doel:
  - Ik weet het bezittelijk voornaamwoord in het Duits                    
- Ik kan et bezittelijk voornaamwoord in het Duits toepassen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Het bezittelijk voornaamwoord 
Doel:
  - Ik weet het bezittelijk voornaamwoord in het Duits                    
- Ik kan et bezittelijk voornaamwoord in het Duits toepassen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Pak je boek blz 101 erbij
Gebruik het schema van Grammatik B voor de volgende vragen.

Slide 4 - Slide

Vertaal het woord tussen haakjes:
(jouw) Eltern

A
dein
B
deine
C
diene

Slide 5 - Quiz

Vertaal het woord tussen haakjes:
(haar) Tante
A
sein
B
seine
C
ihr
D
ihre

Slide 6 - Quiz

Vertaal het woord tussen haakjes:
(jullie) Freunde
A
ihr
B
ihre
C
euer
D
euere

Slide 7 - Quiz

Vertaal het woord tussen haakjes:
(zijn) Brille
A
sein
B
seine
C
seinen

Slide 8 - Quiz

Vertaal het woord tussen haakjes:
(mijn) Haustier
A
mein
B
meine
C
meinen

Slide 9 - Quiz


Heb je het begrepen?

Slide 10 - Open question

Maak nu eerst opdracht 11-12-13
En daarna opdracht 1 t/m 10 van Lektion 2

Slide 11 - Slide

Ende

Slide 12 - Slide