NN6 - H4 - Les 2 - Taalverzorging - Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Taalverzorging
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Taalverzorging
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Wat voor een woord is de persoonsvorm?

Slide 2 - Open question

Noem twee manieren hoe je de persoonsvorm in een zin kan vinden

Slide 3 - Open question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

- De persoonsvorm is altijd een werkwoord 
- Het gebeurt nu!

Slide 4 - Slide

Hoe schrijf je de pv tt?
1. Schrijf de ik-vorm op 
2. Check het met 'lopen'
3. hoor je bij 'lopen' een t? 
           Ja > schrijf achter de                   ik-vorm ook een t
           Nee > laat de ik-vorm zo

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Mijn moeder (fietsen) elke dag naar haar werk.
A
fiets
B
fietst
C
fietsd
D
fietsen

Slide 7 - Quiz

Waarom (houden) jij niet van cake?
A
hou
B
houd
C
houdt
D
houden

Slide 8 - Quiz

De zusjes (spelen) vaak in de speeltuin.
A
speelt
B
speeld
C
spelen

Slide 9 - Quiz

Het vuur (branden) uren voordat de brandweer komt.
A
brand
B
brandt
C
branden

Slide 10 - Quiz

Hoe (verdienen) jij je geld?

Slide 11 - Open question

Ik (zien) mijn vrienden erg veel.

Slide 12 - Open question

Hij (houden) erg van voetbal.

Slide 13 - Open question

Waarom (vinden) je broer dat spel zo leuk?

Slide 14 - Open question

Aan de slag!
Afmaken:
BB - §8 persoonsvorm tegenwoordige tijd opdracht 1 t/m 4. (blz 224)
KB - §8 persoonsvorm tegenwoordige tijd opdracht 1 t/m 6. (blz 232)

Slide 15 - Slide