V4 - T1: BS5 Transport door membranen

Wat is alleen in een plantaardige cel aanwezig ?
A
Celwand
B
Celmembraam
C
Celkern
D
Cytoplasma
1 / 38
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat is alleen in een plantaardige cel aanwezig ?
A
Celwand
B
Celmembraam
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 1 - Quiz


Wat is onderdeel E?
A
Ruw endoplasmatisch reticulum
B
Glad endoplasmatisch reticulum
C
Golgisysteem
D
Transportblaasje

Slide 2 - Quiz

In wat verandert een chloroplast als een paprika van groen naar rood gaat
A
Chloroplast
B
Leukoplast
C
Chromoplast
D
Geen van allen

Slide 3 - Quiz

wat is het cytoplasma van een cel?
A
afval van de cel
B
de stroperige vloeistof binnen de cel
C
de stroperige vloeistof rond de cel
D
de laag om de cel

Slide 4 - Quiz

waarvoor dient de celkern?
A
De kern zorgt dat het cytoplasma niet weggaat
B
de celkern produceert eiwitten
C
de celkern regelt de processen in de cel
D
de kern bepaalt de grootte van de cel

Slide 5 - Quiz

Welke organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese?
A
Onderdeel B
B
Onderdeel E
C
Onderdeel F
D
Onderdeel E en F

Slide 6 - Quiz


Wat is onderdeel B?
A
Bladgroenkorrel
B
Ribosoom
C
Celkern
D
Mitochondrium

Slide 7 - Quiz

door koken van groente gaan de volgende celorganellen kapot
A
celwand
B
celmembraan
C
vacuole
D
alle drie

Slide 8 - Quiz

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 9 - Quiz

vraag
Een student wil onderzoek doen naar de enzymen die nodig zijn bij het beschikbaar maken van energie.


Welke neerslag van de celfractionering zal hij voor zijn onderzoek gebruiken?

Slide 10 - Slide

vraag
Een andere student wil het transport van eiwitten in de cel bestuderen.


 Welke neerslag bevat de meeste delen die daarbij een rol spelen?

Slide 11 - Slide

vraag 30
Neerslag 4 kan worden gebruikt om de productie van .........
 te onderzoeken.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Diffusie in een cel, wanneer een stof door het celmembraan heen kan
Osmose in een cel, wanneer een stof niet door het celmembraan heen kan.

Slide 21 - Slide

actief/passief transport

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Concentratie berekenen

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

vragen
VRAGEN 

Slide 32 - Slide

FUNCTIE?
A
Genereren van energie
B
Maken van eiwitten
C
Transport van eiwitten
D
Enzymatische afbraak

Slide 33 - Quiz

Water kan niet via de celmembraan de cel in. Hoe komt water de cel in en hoe noem je dat proces?
A
Porie-eiwit, passief transport
B
Transporteiwit, passief transport
C
Transporteiwit, actief transport
D
Porie-eiwit, actief transport

Slide 34 - Quiz


A
Exocytose
B
Pericytose
C
Fagocytose
D
Endocytose

Slide 35 - Quiz

Passief
Actief
Kost energie
Zonder energie
Diffusie
Osmose
+ naar -

Slide 36 - Drag question

Diffusie
actief transport
membraaneiwit
passief transport

Slide 37 - Drag question

Huiswerk
Maken van BS5:: 77 t/m 87

timer
5:00

Slide 38 - Slide