14.2 Voedsel produceren deel 2 BEE

Voedsel produceren 2e les 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Voedsel produceren 2e les 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze week doen?
Vandaag: nieuwe leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom er regels zijn voor boeren
Je kent de gevolgen van vermesting

Verder: 
Deze week een 3e duurzame opdracht uitvoeren 
(9 leerlingen presenteren een opdracht)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Soorten regels

Voor het welzijn van dieren
Voor gewasbeschermingsmiddelen
Voor mestproductie en bemesting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Maatregelen dierenwelzijn
In de intensieve veehouderij kunnen de dieren vaak hun natuurlijke gedrag niet vertonen (scharrelen naar voedsel, stofbaden nemen). 
Dieren die hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen, gaan zich abnormaal gedragen (pikken, staart afbijten). 
Om dit te voorkomen zijn er regels voor dierenwelzijn. 
Dieren moeten onder andere een minimale hoeveelheid ruimte en licht hebben. 
Denk jij na over dieren welzijn wanneer je eieren koopt? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

ruimte
licht
scharrelen
zichzelf kaal pikken
abnormaalgedrag
natuurlijk gedrag

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Maatregelen gewasbeschermingsmiddelen
Omdat gif veel schade kan aanbrengen in de natuur, zijn er strenge regels voor gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn twee eisen:
  1. De middelen werken selectief: Ze doden zo veel mogelijk alleen de plaagorganismen. 
  2. De middelen zijn biologisch afbreekbaar: Bacterien en schimmels kunnen het middel afbreken. 

Slide 8 - Slide

werken zoveel mogelijk alleen op plaagorganismen
blijven niet lang in bodem
Gifophoping wanneer het gif te lang in de bodem blijft. 

Slide 9 - Slide

in de bodem
opgenomen door planten
in voedselketen
de volgende 3 opdrachten gaan over deze afbeelding

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 plaagdieren vreten de bladeren aan?
A
lieveheersbeestje
B
rups
C
koolmees
D
bladluis

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Aan welke 2 eisen moet het gewasbeschermingsmiddel om de bieten te beschermen voldoen?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vroeger gebruikten boeren middelen die niet aan deze eisen voldeden. In welke dieren hoopt het gif zich het meeste op?
A
lieveheersbeestje
B
rups
C
koolmees
D
sperwer

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Mest
Mestoverschot zorgt voor 
  1.  vermesting: te veel mineralen in de bodem
2. verzuring: verzuren van de bodem waardoor planten en dieren verdwijnen

Slide 14 - Slide

mestoverschot: meer mestproductie veehouderij dan nodig voor bemesten akkers en weilanden
overbemesting: als er te veel mest over het land wordt verspreid
0

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Boerenstakingen

Slide 16 - Mind map

Wat voor soort regels denk je dat er bestaan waar boeren zich aan moeten houden?
Stikstofcrisis? 

Stikstof/distikstof (symbool N2) zelf is niet giftig. De lucht bestaat zelfs voor 80% uit stikstof. 

Wat wel schadelijk is is ammoniak (NH3), uitgestoten door dieren en stikstofoxide (NOx) uitgestoten door o.a. fabrieken en auto's. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vermesting/eutrofiëring
Overschot aan mineralen uit mest in de grond, gaat naar grondwater, komt in natuurgebieden en oppervlaktewater
gevolgen: 

Slide 18 - Slide

in natuurgebieden zal ene plant beter groeien en gaan woekeren, andere verdwijnen want kunnen niet goed tegen mest, daarmee verdwijnen ook diersoorten
plaatje: heide maakt plaats voor hoog gras
in oppervlakte water ontstaat waterbloei: algen groeien snel waardoor sloot of plas dichtgroeit, sterven na een tijd, afgebroken door bacteriën waardoor zuurstoftekort ontstaat -> alle dieren gaan dood

Verzuring
In dierlijke mest zit het stinkende gas ammoniak. Dit gas veroorzaakt op twee manieren verzuring in de bodem. 
  1. Ammoniak uit mest komt in de bodem. Hier zetten bacterien de ammoniak om in het stikstofmineraal nitraat en in de zure stof salpeterzuur. 
  2. Ammoniak uit mest komt in de lucht. Een deel daarvan komt bij neerslag weer op de bodem en wordt daar omgezet in salpeterzuur. 

Slide 19 - Slide

ammoniak is een gas in dierlijke mest
Maatregelen bemesting
  • Boeren mogen niet meer mineralen op het land brengen dan hun gewassen op kunnen nemen. Daarom houden ze nauwkeurig een 'mineralenboekhouding' bij. 
  • Boeren mogen de mest niet over het land
    verspreiden, maar moeten het met machine
    in de grond spuiten. Dat heet mestinjectie

Slide 20 - Slide

mineralenboekhouding: niet meer mineralen in grond stoppen dan planten kunnen opnemen
Een sloot die groen ziet van het kroos is een gevolg van verzuring
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

gevolg van eutrofiëring
Welke stof zit in mest die bijdraagt aan de verzuring
A
salpeterzuur
B
ammoniak
C
koolstofdioxide
D
fosforzuur

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit hoe door eutrofiëring/ vermesting de heide verdwijnt

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat is een uiteindelijk gevolg van zowel overbemesting als verzuring?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions