H12 3.c

H12 3.c
1 / 14
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

H12 3.c

Slide 1 - Slide

Welke naamval en functie heeft
Hanc (r.1)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 2 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
virtutes (r.1)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 3 - Quiz

In welke tijd staat adiecisse (r.2)
A
prae
B
perf

Slide 4 - Quiz

non est, non:
Welke stilistisch middel is gebruikt?
A
anafoor
B
hyperbaton
C
litotes
D
polysyndeton

Slide 5 - Quiz

In welke vorm staat crede (r.2)?
A
1e ev ind prae
B
imp ev prae
C
1e ev ind pf
D
1e ev conj pf

Slide 6 - Quiz

In welke naamval staat
aetati nostrae (r. 3)?
A
nom ev
B
gen ev
C
dat ev
D
nom mv

Slide 7 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
eas (r.4)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 8 - Quiz

In welke naamval staat
temperantia sua (r. 5)?
A
nom ev
B
abl ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 9 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
maius decus (r.5)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 10 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
maiorem victoriam (r.6)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 11 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
nos (r.6)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 12 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
Quae (r.7)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 13 - Quiz

Welke naamval en functie heeft
cetera (r.8)?
A
nom - ond
B
acc - omd
C
acc - lv
D
acc - BwB

Slide 14 - Quiz