nederlandse taal : begrijpend lezen en luisteren KWL 1

Begrijpend lezen en luisteren
Hoofddoelen: 
KWL1-Nederlandse taal -22 De leerling verwerkt voor hem bedoelde informatie.
KWL1-Nederlandse taal -30 De leerling is voldoende weerbaar om het beluisterde te toetsen aan eigen inzichten.

Andere doelen die aan bod komen

KWL1-Nederlandse taal -14 De leerling achterhaalt de essentie in een boodschap.
KWL1-Nederlandse taal -24 De leerling maakt een onderscheid tussen relevante en niet-relevante informatie.
KWL1-Nederlandse taal -30 De leerling is voldoende weerbaar om het beluisterde te toetsen aan eigen inzichten.
KWL1-Nederlandse taal -52 De leerling argumenteert.
KWL1-Nederlandse taal -82 De leerling reflecteert over de bedoeling van de schrijver.
KWL1-Nederlandse taal -83 De leerling reflecteert over eigen leesgedrag en leesresultaat.
KWL1-Nederlandse taal -85 De leerling gebruikt de gepaste nauwkeurigheid in functie van tekstsoorten.





1 / 42
next
Slide 1: Slide
GasvBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 250 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen en luisteren
Hoofddoelen: 
KWL1-Nederlandse taal -22 De leerling verwerkt voor hem bedoelde informatie.
KWL1-Nederlandse taal -30 De leerling is voldoende weerbaar om het beluisterde te toetsen aan eigen inzichten.

Andere doelen die aan bod komen

KWL1-Nederlandse taal -14 De leerling achterhaalt de essentie in een boodschap.
KWL1-Nederlandse taal -24 De leerling maakt een onderscheid tussen relevante en niet-relevante informatie.
KWL1-Nederlandse taal -30 De leerling is voldoende weerbaar om het beluisterde te toetsen aan eigen inzichten.
KWL1-Nederlandse taal -52 De leerling argumenteert.
KWL1-Nederlandse taal -82 De leerling reflecteert over de bedoeling van de schrijver.
KWL1-Nederlandse taal -83 De leerling reflecteert over eigen leesgedrag en leesresultaat.
KWL1-Nederlandse taal -85 De leerling gebruikt de gepaste nauwkeurigheid in functie van tekstsoorten.





Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

1. Waarom is begrijpend Lezen en Luisteren belangrijk?

Begrijpend lezen betekent dat je niet alleen woorden leest, maar ook echt begrijpt wat ze betekenen. 
Begrijpend luisteren betekent dat je niet alleen hoort wat iemand zegt, maar ook goed begrijpt wat die persoon bedoelt.

Slide 3 - Slide

1. Waarom is begrijpend Lezen en Luisteren belangrijk?

Dagelijkse instructies begrijpen: Als je een recept leest om te koken of een handleiding om iets in elkaar te zetten, moet je de stappen goed begrijpen om het juiste resultaat te krijgen.

Op het werk: Stel je voor dat je op je werk een e-mail leest. Als je de informatie niet goed begrijpt, kun je een fout maken. Dit kan misverstanden veroorzaken met collega’s of leiden tot fouten in je werk.

Gesprekken met anderen: Door goed te luisteren en te begrijpen wat mensen zeggen, kun je beter met ze praten en misverstanden voorkomen. Dit zorgt voor prettiger en duidelijker contact.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hoe lees je begrijpend? 

Slide 6 - Slide

Informatie uit teksten halen
SCROLL
MARK
ASK
REPEAT
TELL

Slide 7 - Slide


SMART - Stappenplan voor Lezen en Luisteren

Scroll 
Blader snel door de tekst of luister om een idee te krijgen van het onderwerp.
Mark (duid aan)
Zoek naar belangrijke woorden of zinnen die opvallen.
Ask (Vragen) 
Vraag jezelf af of je alle woorden en zinnen begrijpt. Pas de geef me de 5 toe. 
Research (zoek op)
Zoek de woorden op die je niet begrijpt, zoek uitleg voor de delen die je niet begrijpt. 
Tell (Vertel)
Vertel het in je eigen woorden aan iemand anders of schrijf het op.

Slide 8 - Slide

Niveau 3:  informatie verwerken

In onze wereld krijg je elke dag veel informatie van verschillende plekken, zoals boeken, artikelen, sociale media en podcasts. Het is belangrijk dat je deze informatie niet alleen leest of hoort, maar ook echt begrijpt en gebruikt.

Slide 9 - Slide

Waarom is het belangrijk om informatie te verwerken?

1. Beter Begrip van de Wereld

Als je informatie goed verwerkt, snap je beter wat er om je heen gebeurt. Bijvoorbeeld, als je leest over nieuwe verftechnieken in de schilderswereld, begrijp je waarom deze belangrijk zijn voor het maken van mooie en duurzame afwerkingen.

 2. Kritisch Denken

Informatie verwerken helpt je om kritisch na te denken. Stel je voor dat je een TikTok-video ziet over een nieuwe kapseltrend. Door na te denken over de technieken en producten die worden gebruikt, kun je vragen stellen zoals: "Is dit wel geschikt voor mijn type haar?" of "Hoe kan ik dit aanpassen voor mijn klanten?"


Slide 10 - Slide

Waarom is het belangrijk om informatie te verwerken?

3.Betere schoolresultaten

Als je informatie effectief verwerkt, doe je het beter op school. Bijvoorbeeld, als je een artikel leest over voedselveiligheid in de horeca en je maakt aantekeningen van belangrijke regels, ben je beter voorbereid voor je examen als kok.

4. Toepassen van Kennis in het Leven

Je kunt wat je leert toepassen in het dagelijks leven. Als je een podcast luistert over klantenservice voor winkelmedewerkers, kun je die tips gebruiken om beter om te gaan met klanten tijdens je stage.


Slide 11 - Slide

Waarom is het belangrijk om informatie te verwerken?


5. Persoonlijke Groei

Door informatie te verwerken, ontwikkel je belangrijke vaardigheden. Stel dat je een stappenplan leest voor het solliciteren naar een stage als lasser. Door dit goed te begrijpen, ben je beter voorbereid om een goede indruk te maken tijdens je sollicitatiegesprek.

Slide 12 - Slide

Voorbeelden van informatie verwerken in het dagelijks leven 
  • Je verwerkt de informatie uit een TikTok-filmpje waarin iemand laat zien hoe je je kamer kunt organiseren. Door de tips te volgen, maak je je slaapkamer netter en overzichtelijker.
  • Je verwerkt de informatie uit een kookvideo op YouTube. Je leert hoe je een eenvoudig gerecht maakt, zoals pasta of een omelet, en probeert het zelf uit in de keuken.
  • Je verwerkt de informatie uit een blogpost over je favoriete serie. Je leest over de nieuwste seizoenen en krijgt tips over wat je moet kijken, zodat je niks mist.
  • Je verwerkt de informatie uit een walkthrough-video van een spel dat je speelt. Je leert tips en trucs om verder te komen in het spel en past deze toe tijdens je eigen gameplay.
  • Je verwerkt de informatie uit een tutorial op YouTube over hoe je een nummer op gitaar speelt. Door de stappen te volgen, leer je de akkoorden en speel je het nummer zelf. 

Slide 13 - Slide

smart ..... USE

Slide 14 - Slide

Understand
Understand betekent dat je de informatie goed begrijpt. Dit is een belangrijke stap als je iets nieuws leert. Je leest een tekst over hoe belangrijk teamwork is in sport. Terwijl je leest, begin je na te denken over wat je al weet. Misschien wist je al dat sporten gezond is, maar nu leer je dat samenwerken met je teamgenoten ook heel belangrijk is om te winnen.

Als je hierover nadenkt, zie je dat deze nieuwe informatie aansluit bij wat je al wist. Je beseft dat, net zoals in een sportteam, je ook in de klas goed moet samenwerken met je klasgenoten. Bijvoorbeeld, als je samenwerkt aan een schoolproject, moet je goed luisteren naar elkaar en afspraken maken.

Slide 15 - Slide

Understand
Om beter te begrijpen wat je hebt geleerd, is het handig om deze gedachten op te schrijven in je eigen woorden. Door de nieuwe informatie te verbinden met wat je al weet, wordt het makkelijker om het te onthouden en toe te passen. Zo helpt het begrijpen van nieuwe dingen je niet alleen in de sport, maar ook in andere delen van je leven.

Voorbeelden hoe je dit kan doen: 
  • stappenplan
  • mindmap
  • flashkaartjes 
  • foto's 
  • notities gsm 

Slide 16 - Slide

Share
Share betekent dat je je mening geeft over wat je hebt gehoord of gelezen. Dit is een belangrijke stap, omdat het je helpt om de informatie te verwerken en te begrijpen.

Stel je voor dat je een artikel hebt gelezen over de voordelen van teamwork in sport. In dit artikel wordt benadrukt hoe samenwerken met anderen je helpt om betere resultaten te behalen en hoe het ook vriendschappen versterkt.


Slide 17 - Slide

Share

1. Mening geven:
Na het lezen van het artikel begin je na te denken over je eigen mening. Je vindt het belangrijk dat teamwork wordt besproken, omdat je zelf ervaring hebt met teamspelen zoals voetbal of basketbal. Je denkt: "Ik ben het ermee eens dat teamwork essentieel is. In mijn voetbalteam hebben we gewonnen omdat we goed samenwerkten."

 2. Is deze informatie nuttig in andere situaties?:
Vervolgens overweeg je of je deze informatie ook in andere situaties kunt gebruiken. Je realiseert je dat de vaardigheden die je hebt geleerd in de sport ook van toepassing zijn in schoolprojecten. Als je samenwerkt met klasgenoten aan een presentatie, moet je ook goed communiceren en naar elkaar luisteren, net zoals in een sportteam. Je bedenkt: "De tips uit het artikel kunnen me helpen om beter samen te werken met mijn vrienden in de klas."

Slide 18 - Slide

Verschil Tussen Feiten en Meningen
Wat is het?

Feit: Iets wat waar is en dat je kunt bewijzen.
Mening: Iets wat je denkt of voelt; dit kan anders zijn voor iedereen.

Voorbeelden:
Feit: "Water kookt bij 100 graden Celsius." (Dit kan je meten.)
Mening: "Ik vind pizza lekkerder dan pasta." (Dit is mijn voorkeur.)

Slide 19 - Slide

Verschil Tussen Feiten en Meningen
Bewijs:
Feit: "De aarde draait om de zon." (Dit is wetenschappelijk bewezen.)
Mening: "De aarde is de mooiste planeet." (Dit is wat ik vind.)

Waarom is het belangrijk?
Feit: Geeft ons informatie die we kunnen vertrouwen.
Mening: Laat zien wat mensen denken of voelen.

Feiten zijn dingen die we kunnen bewijzen, terwijl meningen persoonlijke gedachten zijn die voor iedereen anders kunnen zijn.

Slide 20 - Slide

De lucht is blauw.
A
Dit is een feit.
B
Dit is een vraag.
C
Dit is een mening.
D
Dit is een suggestie.

Slide 21 - Quiz

Chocolade is de beste smaak.
A
Dit is een idee.
B
Dit is een observatie.
C
Dit is een mening.
D
Dit is een feit.

Slide 22 - Quiz

Water kookt bij 100 graden Celsius.
A
Dit is een aanbeveling.
B
Dit is een mening.
C
Dit is een feit.
D
Dit is een hypothese.

Slide 23 - Quiz

Zomer is leuker dan winter.
A
Dit is een conclusie.
B
Dit is een feit.
C
Dit is een observatie.
D
Dit is een mening.

Slide 24 - Quiz

Vogels kunnen vliegen.
A
Dit is een droom.
B
Dit is een suggestie.
C
Dit is een feit.
D
Dit is een mening.

Slide 25 - Quiz

Explore
Explore betekent dat je nadenkt over hoe je de informatie die je hebt gelezen of gehoord kunt toepassen in je leven. Dit is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat je het geleerde niet alleen begrijpt, maar ook daadwerkelijk gebruikt. Het gaat ook om het bedenken van vragen die je nog hebt of wat je verder wilt leren over het onderwerp.

Bijvoorbeeld, stel dat je een artikel hebt gelezen over de voordelen van gezond eten. In het artikel leer je dat gezond eten je kan helpen om fitter te worden en beter te concentreren.

Slide 26 - Slide

Explore


1. Toepassing in je leven:

Je kunt nadenken over hoe je deze informatie kunt gebruiken. Misschien besluit je om gezondere snacks te kiezen, zoals fruit in plaats van chips. Dit helpt je om je energie op peil te houden en beter te presteren, zowel op school als in je vrije tijd.

Slide 27 - Slide

Explore

2. Vervolgvragen:
Denk ook na over wat je nog meer wilt leren. Misschien vraag je je af: "Welke recepten zijn gezond en gemakkelijk te maken?" of "Hoe kan ik gezonder eten als ik uit eten ga?" Dit zijn vragen die je verder kunt onderzoeken om je kennis te verdiepen.

Door deze stap te nemen, maak je de informatie persoonlijker en nuttiger. Je leert niet alleen wat gezond eten is, maar je bedenkt ook hoe je deze kennis in je dagelijks leven kunt toepassen en wat je nog wilt ontdekken.

Slide 28 - Slide

Oefening: Koken en Gezonde Eten

Het Belang van Koken

Koken is een belangrijke vaardigheid die iedereen kan leren. Het helpt je om gezonder te eten en geld te besparen. Door zelf te koken, weet je precies wat er in je maaltijden zit. Je kunt kiezen voor verse ingrediënten in plaats van kant-en-klaar maaltijden, die vaak vol zitten met suiker en zout. Koken kan ook leuk zijn en je kunt creatief zijn met verschillende smaken en recepten.

Slide 29 - Slide

Understand
Wat heb je geleerd?
Schrijf op wat je uit de tekst hebt geleerd.

Slide 30 - Open question

Understand: Wat wist je al?
Schrijf op wat je al wist voordat je deze tekst las.

Slide 31 - Open question

Understand : verbinden:
Wat wist je al over dit onderwerp?

Slide 32 - Open question

Stap 1: Understand

Wat heb je geleerd?
Bijvoorbeeld: "Zelf koken helpt me gezonder te eten."

Wat wist je al?
Bijvoorbeeld: "Ik wist al dat koken geld kan besparen."

Verbinden:
Bijvoorbeeld: "Ik weet dat gezond eten belangrijk is voor mijn welzijn."



Slide 33 - Slide

Share: Wat vind je ervan?
geef je mening over wat je gelezen hebt.

Slide 34 - Open question

Share: In welke andere situaties in je leven zou je deze nieuwe informatie nog kunnen gebruiken?

Slide 35 - Open question


Stap 2: Share

Wat vind je ervan?
Bijvoorbeeld: "Ik vind het belangrijk dat ik zelf kan kiezen wat ik eet. Koken helpt me om gezonder te leven."

Kun je deze informatie ook in andere situaties gebruiken?
Bijvoorbeeld: "Als ik met vrienden uit eten ga, kan ik ze ook tips geven over gezond koken."
 

Slide 36 - Slide

Explore: Hoe ga je deze informatie gebruiken in je leven?

Slide 37 - Open question

Explore: Welke vragen heb je nog over dit onderwerp? Wat wil je nog meer weten?

Slide 38 - Open question

Stap 3: Explore

Hoe ga je dit gebruiken in je leven?
Bijvoorbeeld: "Ik ga elke week een nieuw recept uitproberen en gezondere maaltijden bereiden."

Heb je nog vragen over dit onderwerp? Wat wil je er nog meer over weten?
Bijvoorbeeld: "Welke technieken kan ik gebruiken om sneller te leren koken?"

Slide 39 - Slide

Oefenen maar op informatie verwerken
Kies je niveau  en maak de oefenbundel. Je kan deze maken op papier of digitaal via google docs.

Groen: starter

Oranje: gemiddeld

Blauw: expert

Slide 40 - Slide

Oefenen maar op informatie verwerken uit gesproken boodschappen
Ga naar Google classroom/ Nederlandse taal / informatie verwerken en kies je niveau

Groen: beginner

Oranje:  gemiddeld

Blauw: gevorderd

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide