Schrijven 2 - Zakelijke mail schrijven + afstemming op publiek

Agenda komende weken
Week 1 5 t/m 9 feb
Week 2 12 t/m 16 feb
Week 3 19 t/m 23 feb
Week 4 26 t/m 29 feb
Week 5 4 t/m 8 maa
Week 6 11 t/m 15 maa
Week 7 18 t/m 22 maa
Week 8 25 t/m 29 maa
Week 9 1 t/m 5 apr
Week 10 8 t/m 12 apr
Week 11 15 t/m 19 apr
Geen les
Indeling presentaties
Voorjaarsvakantie
Eveline
Sanne
Xaviera & Angelique
Ikram
Collegedag
Kira
Yasmine
Verdiepingsweek
Geen les
Introductie: Schrijven en Spreken + 1 minuut praten
Voorjaarsvakantie
Afstemming op doel & Persoonlijke Brief
Afstemming op publiek & Zakelijke Mail
Samenhang en leesbaarheid & Betoog/artikel
Woordenschat & Verslag + Spelling, interpunctie & grammatica
Collegedag
Examentraining
Examentraining
Verdiepingsweek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Agenda komende weken
Week 1 5 t/m 9 feb
Week 2 12 t/m 16 feb
Week 3 19 t/m 23 feb
Week 4 26 t/m 29 feb
Week 5 4 t/m 8 maa
Week 6 11 t/m 15 maa
Week 7 18 t/m 22 maa
Week 8 25 t/m 29 maa
Week 9 1 t/m 5 apr
Week 10 8 t/m 12 apr
Week 11 15 t/m 19 apr
Geen les
Indeling presentaties
Voorjaarsvakantie
Eveline
Sanne
Xaviera & Angelique
Ikram
Collegedag
Kira
Yasmine
Verdiepingsweek
Geen les
Introductie: Schrijven en Spreken + 1 minuut praten
Voorjaarsvakantie
Afstemming op doel & Persoonlijke Brief
Afstemming op publiek & Zakelijke Mail
Samenhang en leesbaarheid & Betoog/artikel
Woordenschat & Verslag + Spelling, interpunctie & grammatica
Collegedag
Examentraining
Examentraining
Verdiepingsweek

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les weten jullie:

1. De specifieke spreukjes & regels in het zakelijk taalgebruik.  
2. Hoe je van te voren jouw publiek bepaalt en jouw tekst daarop aanpast. 
3. Hoe je van te voren het skelet van een tekst kan opzetten om zo sneller teksten te schrijven. 

Slide 2 - Slide

Wanneer schrijf je formeel en
welke woorden denk je dan aan?

Slide 3 - Mind map

Zakelijke brieven
- Klachtenbrief
- Sollicitatiebrief
- Gelegenheidsbrief
- Betalingsherinnering
- Bevestigingsbrief
- Bedankbrief

Slide 4 - Slide

Wanneer?
Als je praat of schrijft met:

- Instanties (gemeente, ministerie)
- Bedrijven
- Mensen die belangrijk zijn (in status)
- Onbekenden
- Zakelijke relaties


Slide 5 - Slide

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke brief? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 6 - Drag question

Vorm

Slide 7 - Slide

Regels voor briefschrijven
1. Begin nooit met ik

2. Wees consistent 
               Je of u?
               Geachte = Hoogachtend & Beste = Met vriendelijke groet

3. Eindig met een variant van "Ik kijk uit naar uw reactie."

Slide 8 - Slide

Waaraan zie je dat een nieuw alinea begint?
A
Het eerste woord wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.

Slide 9 - Quiz

Inhoudelijk

Slide 10 - Slide

Stappenplan schrijven zakelijke brief/mail:
  • Wat is jouw doel?
  • Welke informatie moet erin? 
  • Wie is jouw publiek? 
  • Verdeel informatie in kernzinnen en alinea's over
                      Aanleiding voor schrijven: (probleem, bedankje, informatie geven)
                      Kern: Toelichting, details, tijdslijn
                      Slot: Wat je specifiek wilt van die persoon + afsluiter
  • Koppel zinnen aan elkaar en maak een samenhangend geheel van de tekst.
  • Lees 2x stil na of 1x hardop voorlezend.

Slide 11 - Slide

Hoe schrijf je een alinea?
1. Schrijf de kernzin op.

2. Geef meer informatie over de kernzin.

3. Lees doel vorige zin/alinea en koppel huidige stuk eraan vast.


Koppelen:
Omdat mijn laptop stuk is, wil ik deze gerepareerd hebben. 
Aangezien u nog steeds niet reageerde, heb ik het zelf gedaan en stuur ik u nu de rekening.

Slide 12 - Slide

Welke afsluitende groet is correct?
A
hoogachtend,
B
Met vriendelijke groet,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet

Slide 13 - Quiz

Opdracht: zakelijke mail
Je voert op je stage een project uit en je hebt daar geld van de gemeente voor nodig. Je schrijft de wethouder van jouw gemeente die hierover gaat een mail.

Beschrijf wat je plan is.
Beschrijf voor wie je dit wilt en waarom dit belangrijk voor hen is. Geef hiervoor twee argumenten.
Beschrijf waarom je de financiële bijdrage nodig hebt. Geef hiervoor twee argumenten.
Beschrijf hoeveel geld je nodig hebt en waarvoor dat bedrag bedoeld is.

Slide 14 - Slide

Welke uitspraak past het beste bij jou?
Ik kan zelf aan de slag met het maken van de e-mail
Ik ga het proberen, maar weet het nog niet goed
Ik weet nog helemaal niet hoe ik moet beginnen

Slide 15 - Poll