This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
HC Britse Rijk (1585-1900)
Slide 1 - Slide
Op welke manieren ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika’s (1585-1833)?
Slide 2 - Slide
Waarom begint de historische context in 1585?
A
Toen ontdekte Columbus Amerika
B
Toen ontdekten de Vikingen Amerika
C
Toen begonnen de Spanjaarden met de kolonisatie van Amerika
D
Toen stichtten de Engelsen hun eerste kolonie
Slide 3 - Quiz
Wat was de eerste succesvolle kolonie van de Engelsen?
A
North-Carolina
(Roanoke island)
B
Virginia
C
New England
D
Massachusetts
Slide 4 - Quiz
Waarom worden de calvinistische stichters van Massachuetts 'the pelgrim fathers' genoemd?
A
Omdat ze vanwege hun geloof uit GB weg waren gegaan
B
Omdat ze een enorme tocht hadden afgelegd voordat ze Amerika bereikten
C
Omdat ze de basis voor de democratie in de VS hebben gelegd
D
Omdat het een groep was die alleen uit mannen bestond
Slide 5 - Quiz
Stelling: Tussen 1616 en 1619 stierf 90% van de inheemse kustbevolking van New England door een epidemie, die uitbrak na contacten met Europese handelaren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Er waren plantage- en vestigingskolonies in Amerika. Welke kenmerken horen bij welke kolonie?
Vestigingskolonie
Plantagekolonie
Handel en nijverheid
Trans-Atlantische slavenhandel
Noordoostelijke staten
Zuidoostelijke staten
Tabak, rijst, katoen
Grotere bevolkingsgroei
Slide 7 - Drag question
Met welk eindproduct verdienden de Engelsen veel geld op de Caribische eilanden, Jamaica en Barbados?
Slide 8 - Open question
Jamaica en Barbados waren...
A
Vestigingskolonies
B
Plantagekolonies
Slide 9 - Quiz
De Verlichting!
Slide 10 - Slide
Wat is geen gevolg van de invloed van de Verlichting?
A
Ontstaan van streven naar onafhankelijkheid van de kolonisten
B
Ontstaan van het absolutisme
C
Ontstaan van het streven naar volkssoevereiniteit
D
Ontstaan van het abolitionisme
Slide 11 - Quiz
Wat wilden abolitionisten?
Slide 12 - Mind map
Welke gevolgen had het voor Jamaica en Barbados toen de slavernij door de Engelse regering werd afgeschaft? werd afgeschaft?
Slide 13 - Open question
Verdween slavernij uit de Verenigde Staten toen het in Groot-Brittannië werd afgeschaft?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Waartoe leidde de discussies over wel afschaffen (het noorden) en niet afschaffen (het zuiden) van de slavernij?
A
Eerst scheidden de zuidelijke staten zich af van de VS; daarna een burgeroorlog
B
Eerst scheidden de noordelijke staten zich af van de VS; daarna een burgeroorlog
C
Eerst een burgeroorlog; daarna scheidden de zuidelijke staten zich af van de VS
D
Eerst een burgeroorlog; daarna scheidden de noordelijke staten zich af van de VS
Slide 15 - Quiz
1.2 Britse heerschappij in India - 1775-1890
Slide 16 - Slide
India was in de 17de eeuw voor de Engelsen...
A
Een vestigingskolonie
B
Een plantagekolonie
C
Beide
D
Geen van beide, de Engelsen hadden met name factorijen in India
Slide 17 - Quiz
Wie waren de machthebbers van India in de 17de eeuw?
A
De East India Company
B
het Britse leger
C
De Mogolvorsten
D
De Bengalen
Slide 18 - Quiz
Het Britse leger greep in toen de macht van de Mogolvorsten verzwakte en de Bengalen de Britten aanvielen in India. Wie kreeg er meer macht in India d.m.v. het daaruit volgende Verdrag van Allhabad (1765)?
A
De Mogolvorsten
B
Het Britse leger
C
The East India Company
D
De Bengalen
Slide 19 - Quiz
Het Verdrag van Allahabad (1776) paste bij de veranderende machtsverhoudingen tussen India en GB. Wat was GEEN reden voor het feit dat GB meer grip op India wilde hebben?
A
De Amerikaanse onafhankelijkheid
B
De Mogol versterkte zijn machtspositie
C
De ineenstorting van de suikerproductie op Barbados en Jamaica
D
Belastinginning in India werd een belangrijke inkomstenbron voor GB
Slide 20 - Quiz
Wat was een gevolg van de Grote Opstand (1857)?
A
De Indiase kolonie werd onder direct bestuur van de Britse regering geplaatst
B
De Mogol kreeg alle macht in handen
C
De East India Company (EIC) verdween uit India
D
De Indiase bevolking werd een eenheid
Slide 21 - Quiz
Wie werd in 1876 gekroond tot keizerin van Brits-Indië?
Slide 22 - Open question
Begin 19de eeuw kreeg India steeds meer het karakter van een plantagekolonie. Welke producten werden op grote schaal verbouwd?
A
suiker en katoen
B
thee en suiker
C
suiker en rubber
D
thee en katoen
Slide 23 - Quiz
Wat was NIET een middel dat door de Britten werd ingezet om grondstoffen en eindproducten van en naar India te verplaatsen?
A
Aanleg van een uitgebreid snelwegnetwerk
B
Aanleg van het Suezkanaal
C
Introductie stoomschepen
D
Aanleg spoorwegennetwerk
Slide 24 - Quiz
Wat werd in 1885 opgericht door hoogopgeleide verwesterde Indiërsom gelijke kansen binnen het Brits-Indië te krijgen?