H1.5 Spelling PV en leestekens

Pak je leesboek
Leg Talent + schrift op tafel

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pak je leesboek
Leg Talent + schrift op tafel

Slide 1 - Slide

Kalm aan, en rap een beetje!

Makkelijk denken is moeilijker dan je denkt

Naarmate de kennis toeneemt, weet men steeds minder.
PARADOX
Een ogenschijnlijke tegenspraak, die op een dieper niveau logisch valt op te lossen.

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide



Herhaling spelling;

- PV t.t. en v.t.

- Leestekens
Wat gaan we doen?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Infinitief = beroven
stam = berov
de v staat niet in 'T KoFSCHiP, dus schrijf je een -d

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Leestekens

   Een leesteken is een teken voor het lezen.

. = zin is afgelopen
? = zin is een vraag
! = zin met nadruk of bevel lezen
, = pauze   (tussen 2 PV's of BNen 
                     of opsomming)
H = begin van de zin óf naam
Jan, dit boek is leuk.
Vind jij dat ook, Marie?
Zeker!

Slide 10 - Slide

 Aanhalingstekens
Gebruik je bij een citaat:
Maaike vroeg: "Mag ik jouw boek lenen?"
André zei: "Ja hoor, dat is prima."
Wanneer je een letterlijk stukje uit een tekst overneemt:
Uit het onderzoek bleek dat "de insecten die (...) niet dood aan."
Je een woord/zin extra aandacht wil geven:
Wat betekent "Monsif" eigenlijk?

Slide 11 - Slide

Dubbele punt
Gebruik je bij:  een opsomming:
Ik houd van: ijsjes, chocolade, taart en drop.
; een uitleg/voorbeeld:
Je kunt kiezen: dooreten of naar bed.
; een gedachte:
Ik dacht: hoe kan ik dit ooit onder de knie krijgen.
; een citaat: Ze zei: "Makkelijk toch?"

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video